5.2 Verticaal verschuiven
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Verschuiving 3 omlaag.
y=3x4
A
y=3x4−3
B
y=3x4+3
C
y=3(x−3)4
D
het goede antwoord staat er niet tussen
Slide 4 - Quizvraag
Verschuiving 3 omhoog.
y=3x4
A
y=3x4−3
B
y=3x4+3
C
y=3(x−3)4
D
het goede antwoord staat er niet tussen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De grafiek van
y=6x5
wordt 3 omlaag verschoven. Welke formule hoort bij de beeldgrafiek?
A
y=6(x−3)5
B
y=6(x+3)5
C
y=6x5+3
D
y=6x5−3
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
De grafiek van
y=6x5
wordt 3 naar links verschoven. Welke formule hoort bij de beeldgrafiek?
A
y=6(x−3)5
B
y=6(x+3)5
C
y=6x5+3
D
y=6x5−3
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
De grafiek van
y=5x3+4
wordt 2 naar rechts en vervolgens 3 omhoog verschoven. Welke formule hoort bij de beeldgrafiek?
A
y=5(x−2)3+7
B
y=5(x−2)3+1
C
y=5(x+2)3+7
D
y=5(x+2)3+1
Slide 16 - Quizvraag
De grafiek van
y=6x8−1
wordt 5 naar links en vervolgens 6 omhoog verschoven. Welke formule hoort bij de beeldgrafiek?
A
y=6(x−5)8+5
B
=6(x−5)8−7
C
y=6(x+5)8−7
D
y=6(x+5)8+5
Slide 17 - Quizvraag
Verschuiving 3 omhoog en 2 naar rechts.
y=3x4
A
y=3(x+2)4−3
B
y=3(x−2)4+3
C
y=3(x−3)4+2
D
het goede antwoord staat er niet tussen
