Het doel van alle wezens in het universum is volgens Aristoteles om naar de eigen aard te functioneren. Het is de aard van een vogel om o.a. te vliegen en eieren te leggen, van een spin om o.a. webben te weven en zo aan voedsel te komen, van mieren om een kolonie te vormen en verschillende vormen van arbeidsdeling toe te passen (werksters, soldaten, koningin), een nest te bouwen.