1.5 Voedselkringloop 2/2 1/10/2021

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Uitleg
  2. Opdrachten maken
  3. Opdrachten bespreken
  4. Pauze
  5. Video kijken
  6. Vragen beantwoorden
  7. Samenvatten 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Uitleg
  2. Opdrachten maken
  3. Opdrachten bespreken
  4. Pauze
  5. Video kijken
  6. Vragen beantwoorden
  7. Samenvatten 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe hebben de vier rijken elkaar nodig?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat de voedselkringloop?
Producenten: planten maken van glucose andere voedingsstoffen. Daarin zit energie, oftwel ze produceren energie/voedingsstoffen.

Consumenten: dieren eten de voedingsstoffen die planten maken. Ze gebruiken de planten dus. Dit noemen we consumeren.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gaat de voedselkringloop?
Afvaleters: bodemdiertjes eten het afval en de resten van (dode) dieren. Ze maken het afval heel erg klein.

Reducenten: bacteriën en schimmels ruimen het afval van de afvaleters op door het af te breken. Dit afbreken noemen we reduceren. Er blijven alleen nog mineralen over in de bodem.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Producenten
Consumenten
Afvaleters
Reducenten
Mineralen

Slide 7 - Sleepvraag

We hebben een konijn, een zonnebloem, een tor en een bacterie. Wie is wie?
Kies uit: producent, consument, afvaleter, reducent

Slide 8 - Open vraag

Wat is produceren ook alweer?
A
Maken
B
Prutsen
C
Afbreken
D
Doorgeven

Slide 9 - Quizvraag

Wat is reduceren ook alweer?
A
Maken
B
Prutsen
C
Afbreken
D
Doorgeven

Slide 10 - Quizvraag

Maak opdracht 1 t/m 11 van 1.5
Klaar? Kies uit:
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatten
Vat de uitleg in een paar zinnen samen, in je schrift.

Snap je alles? 
Wat vind je nog lastig? 
Wat moet je nog extra oefenen?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

In de wateren rond Galapagos komen ook hamerhaaien voor. Waarom zijn er zoveel hamerhaaien in deze zee?
A
Er wordt daar niet op ze gejaagd
B
Ze vinden er veel voedsel
C
De zee is er lekker warm

Slide 14 - Quizvraag

Plankton komt veel voor rond de Galapagoseilanden. Wat is waar? Plankton wordt gegeten …..
A
Alleen door grote haaien
B
Alleen door microscopisch kleine visjes
C
Door allerlei soorten vissen

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de naam naar het juiste dier.
Hamerhaai
Roodlippige vleermuisvis
Walvishaai

Slide 16 - Sleepvraag

Welke vis is het grootst?
A
Hamerhaai
B
Roodlippige vleermuisvis
C
Walvishaai

Slide 17 - Quizvraag

Als ergens iets kleins gebeurt, wat uiteindelijk leidt tot een groot effect, wordt dat ook wel een vlindereffect genoemd. Leg uit hoe een regenbui in Nieuw-Guinea kan leiden tot de komst van allerlei grote vissen bij de Galapagoseilanden.

Slide 18 - Open vraag