Theorie: Wat zijn signaalwoorden:
Signaalwoorden van tijd: eerst, vervolgens, daarna, toen, ten slotte etc.
Signaalwoorden van plaats: hier, daar, waar, waarin, waarop etc
Signaalwoorden van tegenstelling: echter, maar, daarentegen, hoewel, toch, tenzij etc
Signaalwoorden van opsomming: en, ook, daarnaast, bovendien, ten eerste, ten tweede etc.
op volgende slede zie je alle signaalwoorden: https://www.nt2.nl/documenten/luisteren_op_b2/overzicht_van_signaalwoorden.pdf
Goed gelezen: maak de volgende slide