info les periode 1

Herzlich Willkommen!
R3Hdu2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
R3Hdu2

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Vorstellungsrunde
  • Informationen über die Tests in Periode 1
  • Einstieg ins Buch : Schritt 18

Slide 2 - Tekstslide

Name + Stichwort

Slide 3 - Tekstslide

Tests in Periode 1
19-23 september: Schritt 18-22 (2)
17-21 oktober: Schritt 23-28 (2)
07-11 november: Luisteren (4)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schritt 18

Lernziel Hören:
Du kannst verstehen, was man dir in alltäglichen Gesprächen sagt.

In der Klasse: Aufgaben 1,4,5 
alle übrige Höraufgaben selbständig machen


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Schritt 18 
Lernen:
- Vokabeln Schritt 18                                                           Seite 12 
- der, die of das?                                                                     Seite 167 (2K)
- haben en sein in de tegenwoordige tijd                 Seite 161


Slide 8 - Tekstslide

mannelijk = der
personen/ dieren van het mannelijke geslacht 
bijv. der Stier, der Vater

de namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen 
bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden

meestal: de stam van werkwoorden als zelfstandig naamwoord.
bijv. anfangen- der Anfang

Slide 9 - Tekstslide

vrouwelijk = die
personen/ dieren van het vrouwelijk geslacht 
bijv. die Kuh , die Frau 

woorden, die eindigen op: 
-schaft, -ei, -heit, -ung, -keit, -ion, -ität 
bijv. die Information, die Freiheit

De meeste woorden die op een -e eindigen. 
bijv.  die Lampe, die Adresse


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

onzijdig = das
hele werkwoorden die als zelfstandig naamwoord gebruikt worden 
bijv. hoffen - das Hoffen,  denken - das Denken 

woorden eindigend op -chen of -lein (betekenis: -tje) 
bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje 

de meeste woorden waar je "het" voor staat
bijv. das Auto, das Kind

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welk geslacht?

Hund
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag


Löwe
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag


Möglichkeit
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag



sich treffen : ____ Treffen
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag



Katze
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag



Freitag
A
der
B
die (1)
C
das

Slide 20 - Quizvraag



Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

Wasser
A
vrouwelijk (die)
B
mannelijk (der)
C
Onzijdig (das)

Slide 22 - Quizvraag

'Suppe'?
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quizvraag



Sommer
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

haben, sein und werden

Slide 26 - Tekstslide

Verben in 2 Minuten
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide