27 - 1VMA - Spelling 2.8






:)
Het vrije plekken kiezen bevalt me goed. Als jullie je gedragen, blijft dit erin.



Planning van dit uur:

  • Huiswerkcontrole
  • Spelling > leerstof en oefenen voor de SO (volgende week woensdag)

Planning van volgende uur
  • Spelling

Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;
  • weet je wanneer je een komma gebruikt. 
WELKOM 1A :)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les






:)
Het vrije plekken kiezen bevalt me goed. Als jullie je gedragen, blijft dit erin.



Planning van dit uur:

  • Huiswerkcontrole
  • Spelling > leerstof en oefenen voor de SO (volgende week woensdag)

Planning van volgende uur
  • Spelling

Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;
  • weet je wanneer je een komma gebruikt. 
WELKOM 1A :)

Slide 1 - Tekstslide

Ik zit hier, dus:
- ik doe mee met de les;
- ik ben stil tijdens de uitleg en mijn aandacht is bij wat de docent vertelt;
- ik zit recht en kijk naar de docent;
- tijdens het werken ben ik in stilte bezig met mijn taak; 
- als ik een vraag heb, steek ik mijn vinger op. 

Als ik hier niet voor kies, dan: 
- is er geen plek voor mij in deze klas;
- haal ik een roze kaart en blijf ik aan het einde van de dag na. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoorden: 
hoe schrijf je die nou goed

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm: 
hoe schrijf je die nou goed



Verleden tijd                                                      Tegenwoordige tijd

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm: 
hoe schrijf je die nou goed



Verleden tijd                                                      Tegenwoordige tijd
Hij fietst                                                                                 Hij fietste

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm: 
hoe schrijf je die nou goed



Verleden tijd                                                      Tegenwoordige tijd
Hij fietste                                                                                 Hij fietst
                                                                                

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling


Ik
loop
ik-vorm
Hij/zij/het
loopt
ik-vorm + t
Jij
loopt
ik-vorm + t
Loop
jij?
ik-vorm 
Wij
lopen
hele werkwoord
Zij
lopen
hele werkwoord
Jullie
lopen
hele werkwoord

Slide 8 - Tekstslide

Spelling persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 9 - Tekstslide

Spelling persoonsvorm t-werkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
20:00
Wat
Maak in je boek opdracht 4 en 5 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 20 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de opdrachten.  
Klaar
Lees de leertekst 'de komma' op bladzijde 166. Maak opdracht 7 t/m 11

Slide 11 - Tekstslide

Uitlegfilmpje 
1. Het is stil tijdens het kijken van het filmpje. 
2. Als je een vraag hebt, stel je hem na het filmpje. 

Slide 12 - Tekstslide

De komma

,
1. Wanneer gebruik je hem?
2. Voorbeeldzin

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma? 
1. Bij een opsomming

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma? 
1. Bij een opsomming
Kip, patat en appelmoes

2. Als je iemand aanspreekt

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma? 
1. Bij een opsomming
Kip, patat en appelmoes

2. Als je iemand aanspreekt
Piet, hoe gaat het met je? 


Slide 16 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma? 
1. Bij een opsomming
Kip, patat en appelmoes

2. Als je iemand aanspreekt
Piet, hoe gaat het met je? 

3. Tussen twee persoonsvormen

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma? 
1. Bij een opsomming
Kip, patat en appelmoes

2. Als je iemand aanspreekt
Piet, hoe gaat het met je? 

3. Tussen twee persoonsvormen
Als je wilt, kun je ook meedoen.



Slide 18 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma? 
1. Bij een opsomming
Kip, patat en appelmoes

2. Als je iemand aanspreekt
Piet, hoe gaat het met je? 

3. Tussen twee persoonsvormen
Als je wilt, kun je ook meedoen.

4. Voor woorden zoals want, maar en omdat

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma? 
1. Bij een opsomming
Kip, patat en appelmoes

2. Als je iemand aanspreekt
Piet, hoe gaat het met je? 

3. Tussen twee persoonsvormen
Als je wilt, kun je ook meedoen.

4. Voor woorden zoals want, maar en omdat
Fietsvakantie is leuk, omdat je zoveel van de omgeving ziet. 

Slide 20 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
20:00
Wat
Maak in je boek opdracht 4 en 5, 7 t/m 10 en 12, 13 a en b t/m 14 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 20 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de opdrachten.  
Klaar
Maak de Test jezelf Spelling

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Vul de Exit Ticket in - daarna mag je je tas inpakken. Het is een mini-toetsje zodat ik kan zien hoever jullie zijn. Het kan via je telefoon of via LessonUp. 
Jij
- weet hoe je de persoonsvorm spelt in de tegenwoordige tijd;
- weet wanneer je een komma gebruikt.

Huiswerk
Maak 'Test jezelf' van hoofdstuk spelling 2.8 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link