20220310 VEPL420AH niveau 4 leerjaar 2 stijl 2v5 dat-wat/die-wie/die-dat

Nederlands
VEPL420AH
17 maart 2022
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
VEPL420AH
17 maart 2022

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning VEPL420AH
  1. TOETS 1: LEZEN (28-10) en herkansing (02-12)
  2. TOETS 2: SPELLING, GRAMMATICA & DICTEEWOORDEN: 02-02-2022 (herkansing Rox 17-02)
  3. TOETS 3: STIJL: 07 april 2022
  4. TOETS 4: WERKWOORDSPELLING GECOMBINEERD: juni 2022.

        






Slide 3 - Tekstslide

10-03: Terugblik
  • Stijl 2v5: dat-wat/die-wie/die-dat: betrekkelijke voornaamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

die/dat
De volgende zinnen bestaan steeds uit twee delen. Het tweede deel begint met een woord dat verwijst naar een concreet woord uit het eerste deel:

Hier staat het huis dat ik wil kopen.
Ik koop de krentenbol die er smakelijk uitziet.
Anja is een meisje dat leuk kan dansen. (het meisje, dus dat)
Ik zit in een bus die erg slingert. (de bus, dus die)
Er staan hier huizen die bijna instorten. (de huizen, dus die)

Slide 5 - Tekstslide

Wat
Wat’ gebruik je: 

1. bij een overtreffende trap; 
Voorbeelden: Het mooiste wat ik ooit gezien heb. (overtreffende trap)

2. wanneer je terugverwijst naar de hele zin; 
Rick heeft de wedstrijd verloren, wat hij heel vervelend vindt. (terugverwijzing)

3. wanneer je verwijst naar een onbepaald voornaamwoord.
Alles wat net gebeurd is, zou niet mogen gebeuren. (onbepaald voornaamwoord) 

Slide 6 - Tekstslide

die/wie
Je kunt 'die' soms ook vervangen door 'wie'. Dat geldt alleen als het woord verwijst naar een persoon, en als het woord meewerkend voorwerp is. In zulke gevallen is 'wie' iets netter, maar het is niet verplicht.

Deze twee zinnen kunnen dus allebei: 
De serveerster die we een fooi geven, is erg vriendelijk. 
De serveerster wie we een fooi geven, is erg vriendelijk.
Als er een voorzetsel bij komt, is alleen wie nog goed: 
De serveerster aan wie we een fooi geven, is erg vriendelijk. 

Slide 7 - Tekstslide

17-03: Lesdoel
  • Stijl 3v5: alle/enige/sommige/beide/andere/vele

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 'alle/allen', 'enige/enigen' en 'sommige/sommigen?

Slide 9 - Tekstslide

'Alle' is juist:

  • Alle bedrijven gingen verhuizen.


  • Ik zag alle kleine kinderen naar school gaan.


Slide 10 - Tekstslide

'Alle' is juist als:


De brieven zijn alle verloren gegaan.


Koeien, paarden, schapen en geiten, alle graseters, hebben een wei nodig.

Slide 11 - Tekstslide

De regel hiervoor is: schrijf het woord met-n wanneer het woord een zelfstandig gebruikt wordt  én het woord personen aanduidt.
Na een heftige ruzie spraken beiden lange tijd geen woord.


Velen gingen meteen naar huis, maar sommigen bleven napraten.

Slide 12 - Tekstslide

Van of onder dan ook zelfstandig en schrijf je -n, mits het om personen gaat.
Sommigen (van de leerlingen) wilden graag wat extra uitleg.



Enkelen (onder ons) zijn niet tevreden. 

Slide 13 - Tekstslide

Van (alle / allen) mensen die ik ken, vind ik jou de leukste.
A
alle
B
allen

Slide 14 - Quizvraag

Dat is voor ons (beide / beiden) het handigst.
A
beide
B
beiden

Slide 15 - Quizvraag

De (meeste / meesten) bezoekers van het festival vermaakten zich uitstekend.
A
meeste
B
meesten

Slide 16 - Quizvraag

Mijn auto moet zuiniger zijn dan (andere / anderen) en voorzien zijn van de nieuwste snufjes.
A
andere
B
anderen

Slide 17 - Quizvraag

(Sommige / Sommigen) mensen vinden die film minder leuk.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 18 - Quizvraag

(Vele / Velen) reisden afgelopen zondag gratis met het Boekenweekgeschenk als treinkaartje.
A
Vele
B
Velen

Slide 19 - Quizvraag

(Vele / Velen) handen maken licht werk.
A
Vele
B
Velen

Slide 20 - Quizvraag

(Sommige / Sommigen) gingen zwemmen, maar anderen bleven liever op het terras zitten.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 21 - Quizvraag

Onze vrienden waren (alle / allen) aanwezig op het feestje.
A
alle
B
allen

Slide 22 - Quizvraag

Mijn auto moet zuiniger zijn dan die van (andere / anderen).
A
andere
B
anderen

Slide 23 - Quizvraag

dieren
dingen
Je schrijft het woord dus zonder-n:
Alle hebben vlooien in hun vacht.
Sommige van deze meubels zijn honderd jaar oud.
bijvoeglijk

Slide 24 - Tekstslide

17-03: Zelfwerktijd
Handboek deel 3 – H1

Studiemeter > 
Via Starttaal online > 
3F > 
Stijl >
Alle(n) / enige(n) / sommige(n) / beide(n) / andere(n) / vele(n)

oefening 1 t/m 3 + deeltoets




timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

17-03: Terugblik
  • Stijl 3v5: alle/enige/sommige/beide/andere/vele

Slide 26 - Tekstslide

Planning VEPL420AH
  1. TOETS 1: LEZEN (28-10) en herkansing (02-12)
  2. TOETS 2: SPELLING, GRAMMATICA & DICTEEWOORDEN: 02-02-2022 (herkansing Rox 17-02)
  3. TOETS 3: STIJL: 07 april 2022
  4. TOETS 4: WERKWOORDSPELLING GECOMBINEERD: juni 2022.

        






Slide 27 - Tekstslide