Engels Vervolg A1, thema 3, H1 woorden en uitdrukkingen (deel 2)

Thema 3
Vrije tijd

Hoofdstuk 1
kijken en luisteren

Doel van de les
Je leert woorden en zinnen waarmee je leert iets over je vrije tijd te zeggen. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3
Vrije tijd

Hoofdstuk 1
kijken en luisteren

Doel van de les
Je leert woorden en zinnen waarmee je leert iets over je vrije tijd te zeggen. 

Slide 1 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk sporten in het Engels?

Slide 2 - Woordweb

Aan welk Engels woord denk je?

Slide 3 - Tekstslide

Aan welk Engels woord denk je?

Slide 4 - Tekstslide

Aan welk Engels woord denk je?

Slide 5 - Tekstslide

Uitdrukkingenblok 1
- Good to see you!
- I need your help.
- With what?
- So I can come too?

- You're right, Mr. Cole wants to hear some idea's. 
- So let's make a list. 
- Then we can give him some tips!

- I don't think that...

- That's a pity.
- Write it down.
- Do you like?
- I love skiing
- Okay, it is on the list.
- I don't know.
- It is at the top of our list! 











Waar ging het gesprek over?

Slide 6 - Tekstslide

Uitlegblok - Iets wel leuk vinden of iets niet leuk vinden
Je gebruikt like als je wilt zeggen dat je iets leuk vindt in het Engels en don't like als je iets niet leuk vindt in het Engels. In plaats van like en don't like mag je ook love en hate gebruiken. 
Wel leuk
Niet leuk
I like my football team.
Ik vind mijn voetbalteam leuk.
I don't like my football team.
Ik vind mijn voetbalteam niet leuk
I like cooking
I don't like cooking
I love reading
I don't like reading
I love surfing
I hate surfing

Slide 7 - Tekstslide

Vertel in het Engels dat je niet van pizza houdt.

Slide 8 - Open vraag

I need good............for my presentation. Can you help me?
A
ideas
B
swimming

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal de zin 'that's a pity'
A
dat is saai
B
dat is pittig
C
dat is jammer
D
dat is helaas

Slide 10 - Quizvraag

Je neemt afscheid.
Wat kun je zeggen in het Engels?

Slide 11 - Open vraag

Je geeft aan dat je iets niet zo leuk vindt. Wat zeg je?
A
See you next time!
B
Oh, I have to go.
C
That's a pity.

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag!
Zelfstandig maken: opdracht 13 tot en met 24

Slide 13 - Tekstslide