3TL: jullie hebben twee recensies geschreven en tot slot een boekenpitch gehouden!
4TL:
1e boekopdracht: je maakt een Pecha Kucha.
2e boekopdracht: literair gesprek
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
In 4TL lees je weer twee boeken!
3TL: jullie hebben twee recensies geschreven en tot slot een boekenpitch gehouden!
4TL:
1e boekopdracht: je maakt een Pecha Kucha.
2e boekopdracht: literair gesprek
Slide 1 - Tekstslide
Wat levert het lezen van leesboeken je op?
Slide 2 - Open vraag
In 3TL hebben jullie twee recensies geschreven. Welke aandachtspunten heb je vermeld in je recensies?
Slide 3 - Woordweb
Kies een boek!
Criteria:
- Volwassenenliteratuur
- Young Adult (15-18 jaar)
- Kies een boek waarvan je denkt dat je het leuk gaat vinden.
- Eén boek mag verfilmd zijn.
-In ieder geval één boek is van een Nederlandse auteur.
Slide 4 - Tekstslide
Boekentips Young Adult
- Een weeffout in onze sterren (John Green)
- Ik geef je de zon (Jandy Nelson)
- Tsjik (tip voor jongens) (Wolfgang Herrndorf)
- De boekendief (Markus Zusak)
- Honderd uur nacht (Anna Woltz)
- Wij leugenaars (E. lockhart)
- Hex (Thomas Olde Heuvelt)
Slide 5 - Tekstslide
Boekentips volwassenliteratuur
- De macht van meneer Miller (Charles den Tex)
- Cel (Charles den Tex)
- De jongen in de gestreepte pyjama (John Boyne)
- De jongen op de berg (John Boyne)
- Lieveling (Kim van Kooten)
- Thrillers van Saskia Noort, Esther Verhoef
- IV (Arjen Lubach)
Slide 6 - Tekstslide
Aandachtspunten 1e boekopdracht (Pecha Kucha).
Slide 7 - Tekstslide
Voordat je gaat lezen:
Zorg dat je tijdens het lezen Post-It's bij de hand hebt, zodat je punten voor je boekopdrachten snel kunt terugvinden.
Slide 8 - Tekstslide
Genre
Wat is het genre van het boek?
Voorbeelden van genres zijn: fantasieverhalen, griezelverhalen, oorlogsverhalen, historische verhalen, andere culturen, hier en nu verhalen, humoristische verhalen, spanning en avontuur, sf, thriller et cetera...
Slide 9 - Tekstslide
Thema
Het thema is het onderwerp van het verhaal.
Dit moet je kunnen noemen in één woord.
In een verhaal kunnen meerdere thema's voorkomen.
Slide 10 - Tekstslide
Tijd
Chronologische of niet-chronologische volgorde.
Verhalen die in volgorde van tijd worden verteld, verlopen chronologisch.
Slide 11 - Tekstslide
Terugverwijzing
Een terugverwijzing in een boek wijst met een kort zinnetje terug naar iets wat in het verleden gebeurd is. Bijvoorbeeld:
'Hij dacht terug aan die ochtend waarin hij haar nog in zijn armen had gehouden.'
Een terugverwijzing is korter dan een flashback. Bij een flashback spring je voor een langere periode terug in de tijd.
Slide 12 - Tekstslide
Vooruitwijzing
Hierbij kijkt een personage vooruit in de tijd. Hij of zij denkt na over iets wat zou kunnen gebeuren. Als zo'n vooruitwijzing een langere periode beschrijft, dan noemen we dat een flashforward. Sommige boeken beginnen met een flashforward en beginnen vervolgens bij het begin van het verhaal. Dit doet de schrijver om spanning op te roepen.
Slide 13 - Tekstslide
Als er veel flasbacks en flashforwards voorkomen in het boek, dan verloopt de tijd niet-chronologisch.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Vraag bij clip 'The scientist' van Coldplay:
Wat is er bijzonder aan de chronologie van deze videoclip?
Slide 16 - Tekstslide
Vertelde tijd/Verteltijd
Vertelde tijd: De tijd die een schrijver beschrijft. Dit kan een dag, een week, een maand, een jaar of zelfs vele jaren zijn.
Verteltijd: Hoeveel bladzijdes heeft het boek. Het is eigenlijk de tijd die jij nodig hebt om het verhaal hardop voor te lezen.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Vragen bij fragment:
In welke tijd speelt dit verhaal zich af? Hoeveel tijd vergaat er, met andere woorden wat is de vertelde tijd? Hoe zie je de verandering van tijd?
Slide 19 - Tekstslide
Ruimte
In welke ruimte(s) speelt het verhaal zich vooral af? Het gaat hierbij om ruimtes die van belang zijn voor het verhaal.
Wat heeft de ruimte te maken met het thema van het verhaal?
Slide 20 - Tekstslide
Handeling
Verklaar de titel van het boek.
Vat het boek samen in maximaal vier of vijf zinnen.
Slide 21 - Tekstslide
Functies van een boek
-ontspannende functie
-creatieve functie
-emotieve functie
-informatieve functie
-zingevende functie
Slide 22 - Tekstslide
Kijk naar het volgende filmpje. Wat is volgens jou de functie van het filmpje?
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Welke elementen zijn van belang bij de beschrijving van een personage? Let op, er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Uiterlijk
B
Kenmerken, zoals geslacht en leeftijd
C
Karaktereigenschappen
D
Relaties met andere personages
Slide 25 - Quizvraag
Personages
Hoofdpersonen: karakter en uiterlijk
Bijpersonen: karakter en uiterlijk
Slide 26 - Tekstslide
Perspectief
Ik-verteller (ik)
Personale verteller (hij/zij)
Auctoriale/alwetende verteller (weet alles over iedereen)
Kijk naar het onderstaande filmpje. Het is Dr. Jekyll and Mr. Hyde uit 1931. Door wiens ogen zie je dit verhaal?
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Waarom een bepaald perspectief?
Waarom gebruikt een schrijver een bepaald perspectief? Is het om de lezer in verwarring te brengen, om de emoties beter voelbaar te maken, om spanning te creëren? Dat moet je je altijd afvragen. Dus niet alleen: welk perspectief, maar ook: waarom juist dit perspectief? Vraag je dit ook af bij onderstaand filmfragment (uit Kill Bill).
Slide 30 - Tekstslide
Door wiens ogen zie je het verhaal van Jekyll and Mr. Hyde?
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Video
Noem verschillende beoordelingswoorden over wat een verhaal met je doet.
Slide 33 - Woordweb
Waar vind ik de opdrachten?
-Jullie krijgen een printversie van de twee opdrachten.
-De opdrachten zijn ook te vinden in Its Learning.
Slide 34 - Tekstslide
Verhaaleinde
Een boek kan op drie manieren eindigen:
Gesloten einde: het verhaal is afgerond
Open einde: het verhaal is niet afgerond en het verhaal kan verder gaan Je weet niet hoe het verhaal afloopt.
Epiloog: Apart hoofdstuk, sluit vaak aan bij een proloog.
Het is een terugblik op gebeurtenissen, vanuit een andere tijd of persoon
Slide 35 - Tekstslide
Veel succes!
Slide 36 - Tekstslide
De padlet van Merel kan je helpen bij het uitzoeken van een boek!