Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Stijlfiguren
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
17 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
S
T
IJ
L
Slide 4 - Tekstslide
Tegenstelling (anthithese)
Tegengestelde zaken naast elkaar gezet.
Iedereen hoort erbij: arm of rijk.
Ik ben meer dood, dan levend.
Slide 5 - Tekstslide
Paradox
Schijnbare tegenstelling. Het lijkt tegengesteld maar het is het niet.
Het helaal is oneindig maar het dijt toch uit.
Zeg nooit nooit!
Slide 6 - Tekstslide
Tautologie
Je noemt een aantal keer woorden met dezelfde betekenis (synoniemen)
Klimmen en klauteren
Schots en scheef
Slide 7 - Tekstslide
Ironie Sarcasme
Licht spottend - niet kwetsend Kwetsend - bijtende spot
Meestal tegenovergestelde
'Zo jij kan goed lezen!'
Slide 8 - Tekstslide
Understatement
Je drukt iets opzettelijk zwakker uit dan het in werkelijkheid is. Je wilt daarmee juist sterker overkomen.
Tegenovergestelde van een hyperbool.
Arjen Robben kan een aardig balletje trappen.
Als je een één voor de toets hebt gehaald, zul je wel een paar foutjes hebben gemaakt.
Slide 9 - Tekstslide
Overdrijving (hyperbool)
Iets wordt groter gemaakt dan het in werkelijkheid is.
Ik ga dood van de honger.
Slide 10 - Tekstslide
Eufemisme
Een woord, zinsdeel of hele zin waarmee iets mooier of vriendelijker wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is.
Het wordt gebruikt om de negatieve gevoelens te verbergen.
Heengaan – overlijden
Werkzoekend – werkloos
Het kleinste kamertje - wc
Slide 11 - Tekstslide
Inversie
De gebruikelijke volgorde wordt omgedraaid.
'Supergoed wat jij hebt gedaan!'
Slide 12 - Tekstslide
Herhaling (repetitio)
Je gebruikt twee keer hetzelfde woord.
Geld, geld is het enige wat hem bezig houdt.
Ja, ja, je kunt me nog meer vertellen.
Nooit, nooit ga ik daar nog eens naar toe!
Waar, o waar heb ik dat nu opgeslagen?
Slide 13 - Tekstslide
Herhaling (repetitio)
Je gebruikt twee keer hetzelfde woord.
Geld, geld is het enige wat hem bezig houdt.
Ja, ja, je kunt me nog meer vertellen.
Nooit, nooit ga ik daar nog eens naar toe!
Waar, o waar heb ik dat nu opgeslagen?
Slide 14 - Tekstslide
Climax / Anti-climax
De opsomming wordt steeds krachtiger:
'Het was een troep, een bende, een zwijnenstal'
Wat gebeurt er bij een anti-climax?
De opsomming wordt steeds minder krachtig
Ik heb enorm mijn best gedaan, nou ja gewoon mijn best gedaan of eigenlijk deed ik maar wat.
Slide 15 - Tekstslide
Opsomming (enumeratie)
Wordt gebruikt om iets te benadrukken. Meestal zit er in de opsomming een
climax
of
anticlimax
. Minimaal 3 opsommingen.
‘Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje.’
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Stijlfiguren
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Poezie 29/5
April 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Poezie
Juni 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Schrijfstijl Oefenbetoog Stijlfiguren
December 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
1.11 tekst 1.6 Stijlfiguren
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Stijlfiguren
December 2020
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Schrijfstijl Oefenbetoog Stijlfiguren
Oktober 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Poëzie H5
Januari 2022
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5