verkiezingen

• Burgerschapsonderwijs
• MBO
• Studiejaar 1

regering en coalitie

Wie van deze mannen hoort bij de regering? 

Leerdoelen:

Aan het einde van de les kun je:

Het verschil uitleggen tussen oppositie en coalitie

Je kunt uitleggen wat kenmerken zijn van een compromis is, en je kunt een voorbeeld noemen. 

De politieke partijen in stromingen indelen.

Sociaal democratie

Solidariteit

Gelijkheid

Grote rol overheid

Verkleinen arm en rijk

Liberalisme

Vrijheid

eigen verantwoordelijkheid

Weinig regels en belasting

Christendemocratie

Naastenliefde

Rentmeesterschap

Gespreide verantwoordelijkheid

Christelijke normen en waarden

"Mensen moeten voor elkaar zorgen" hoort bij:

1. Sociaal democratie
2. Christendemocratie
3. Liberalisme

"De overheid moet zorgen voor veiligheid en zich verder niet te veel met mensen bemoeien."

1. Sociaaldemocratie
2. Christendemocratie
3. Liberalisme

Politieke stromingen

Er zijn dus verschillende ideeën over hoe je problemen moet oplossen. 

Maar hoe worden problemen dan aangepakt?  

Wat is een compromis?
Geef een betekenis.

Kenmerken van een compromis

Twee verschillende meningen komen gezamelijk tot één oplossing

Beide partijen hebben een beetje hun zin gekregen en een beetje weggegeven. 

Beide partijen hebben gezamelijk één belang. 

Keuze 1: Alleen

Je bedenkt zelf een compromis over een situatie in je eigen leven en geeft aan waarom dat een goed compromis is. Dit schrijf je op en lever je in! 

Keuze 2: In Tweetallen

Zoek op internet naar compromissen tussen D66 en de ChristenUnie. 

Je krijgt een vragenblad. 

Wat gebeurt er na het stemmen

Coalitie en oppositie

• In Nederland is geen enkele partij groter dan de meerderheid van de Tweede Kamer.
  
• Om die meerderheid wel te hebben, moeten partijen samenwerken. 
• Partijen die in de regering samenwerken, heten: coalitie.
• Partijen die niet in de regering zitten, maar wel in de Tweede Kamer, heten: oppositie

Welke partijen zitten nu in de coalitie?

1. VVD, CDA, PvdA en D'66
2. VVD, CDA, D'66, ChristenUnie
3. VVD en PvdA
4. VVD, PVV, CDA

leerdoelen behaald?

compromis