les 2.7 - telwoord + herhalen
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het persoonlijk voornaamwoord?
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Slide 6 - Open vraag
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Slide 7 - Open vraag
Wat is het zelfstandig werkwoord?
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het hulpwerkwoord?
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het hoofdtelwoord?
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het rangtelwoord?
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
Zij heeft enkele wedstrijden gewonnen bij het derde toernooi van haar team.
