Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verkleinwoorden
Verkleinwoorden
§4: spelling
Verkleinwoorden
Lesdoel: Ik kan verkleinwoorden goed spellen.
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
10 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verkleinwoorden
§4: spelling
Verkleinwoorden
Lesdoel: Ik kan verkleinwoorden goed spellen.
Slide 1 - Tekstslide
Een
verkleinwoord
is een zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding) dat verkleind wordt!
Slide 2 - Tekstslide
Hoe schrijf je verkleinwoorden
De meeste verkleinwoorden zijn eenvoudig te maken door -je erachter te plakken. vb: huis -> huis
je
Soms moet je nog iets anders veranderen. Bijvoorbeeld:
film - film
pje
tafel - tafel
tje
slang - slang
etje
Slide 3 - Tekstslide
Uitzondering 1: ng -> nkje
Bij woorden die eindigen op -ng, schrijf je het verkleinwoord met -nkje.
Voorbeelden:
poging - pogin
kje
woning - wonin
kje
ketting - kettin
kje
Slide 4 - Tekstslide
Uitzondering 2: lange klinker
Bij verkleinwoorden die eindigen op een
lange klinker
(a, é, o, u), verdubbel je die klinker aan het eind van het woord.
Voorbeelden:
oma - om
aa
tje
café - caf
ee
tje
auto - aut
oo
tje
paraplu - parapl
uu
tje
Slide 5 - Tekstslide
Uitzondering 3: i -> ietje
Bij verkleinwoorden die eindigen op een
i
, schrijf je -ietje.
Voorbeelden:
taxi - tax
ie
tje
ski - sk
ie
tje
tosti - tost
ie
tje
Slide 6 - Tekstslide
Uitzondering 4: -y
Bij verkleinwoorden die eindigen op een -y, schrijf je een apostrof (een hoge komma).
Voorbeelden:
baby - baby
'tje
lolly - lolly
'tje
hobby - hobby
'tje
Slide 7 - Tekstslide
Uitzondering 5: cijfer- en letterwoorden
Bij cijfer- en letterwoorden, schrijf je ook een apostrof (hoge komma).
Voorbeelden:
mp3 - mp3
'tje
s - s
'je
usb - usb
'tje
A4 - A4
'tje
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag
25/03-29/03
Cursus Spelling
§5 Verkleinwoorden
Blz. 236
-
Opdrachten: 1 t/m 6
Klaar?
- Nakijken
weektaakcontrole
18/03-22/03
Cursus Spelling
§4 Meervouden
Blz. 234
Opdrachten: 1 t/m 4
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
Afmaken §4 spelling: v
erkleinwoorden
Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 251)
Klaar? §6 mixopdrachten (online)
Slide 10 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verkleinwoorden
Maart 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
December 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
Januari 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
T2: taalverzorging H5
Juni 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
5. Verkleinwoorden
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
November 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Hoofdstuk 4 - les 5
19 dagen geleden
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling klas 1
September 2023
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1