Les 3: Hoofdgedachte en onderwerp + verbindingsmanieren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
timer
6:00
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdgedachte
Wat wil de schrijver bereiken of duidelijk maken met de tekst?
De hoofdgedachte van de tekst is in één zin samengevat waar de tekst over gaat.
Meestal staat de hoofdgedachte in de inleiding of in het slot van de tekst.
De hoofdgedachte is nooit een vraag.
Onderwerp
Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op:
de kop
de eerste zin of de eerste alinea
een illustratie bij de tekst
het onderwerp schrijven we altijd op in één of enkele woorden.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Je hebt net een tekstje gelezen. Wat is daarin de hoofdgedachte?
A
Een aantal derdejaars vmbo-leerlingen van het Carmel College Salland is van start gegaan met het project Xperience.
B
Bij het project gaat het om 'grenzen verleggen'.
C
Twee groepen vertrokken naar het buitenland.
D
Eén groep gaat in de eigen omgeving aan de slag.
Slide 6 - Quizvraag
Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat en dehoofdgedachte van een tekst iswat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken.
Slide 7 - Tekstslide
Waar vind je de hoofdgedachte?
Meestal in de eerste alinea of in het slot van een tekst.
De hoofdgedachte hoeft niet letterlijk in de tekst te staan.
Let op! Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen heel goed twee verschillende hoofdgedachtes hebben.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de hoofdgedachte van deze video?
Slide 10 - Open vraag
Alineaopbouw
Een goede alinea bestaat uit een een kernzin en uit een uitwerking van de kernzin in de overige zinnen. De kernzin bevat de belangrijkste informatie.
De kernzin vind je meestal aan het begin van een Alinea.
Slide 11 - Tekstslide
Welke zin is de kernzin van deze alinea?
A
De eerste zin
B
De laatste zin
C
De tweede zin
D
De alinea heeft geen kernzin
Slide 12 - Quizvraag
Welke bewering klopt niet?
A
Een hoofdgedachte is de hele tekst in één zin.
B
Een hoofdgedachte is nooit een vraag.
C
Een hoofdgedachte is de centrale vraag van de tekst.
D
Een hoofdgedachte verwijst ook naar het onderwerp.
Slide 13 - Quizvraag
Verbindingsmanieren
Alinea's kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden worden.
1. Een signaalwoord of een signaalwoordgroep :
Verder zijn hoge kosten van cartridges en printers ook een groot probleem. Soms kosten twee van zulke inktpatronen evenveel als de hele printer. (= opsomming)
Slide 14 - Tekstslide
Verbindingsmanieren
Aan het begin van de alinea worden worden of een groep woorden uit de vorige alinea herhaald. Dit kan in andere woorden:
2. Een herhaling van een woord of woordgroep
Voetballen en andere sportartikelen worden in derdewereldlanden vaak door kinderen gemaakt. De arbeidsomstandigheden zijn nogal eens slecht.
De voetbalbond FIFA vindt dat kinderarbeid niet kan en dat sportartikelen onder goede omstandigheden geproduceerd moeten worden.
Slide 15 - Tekstslide
Verbindingsmanieren
3. Een overgangszin met een verwijzend woord :
In de laatste ijstijd was de Noordzee nog land. Je kon helemaal van Nederland naar Engeland lopen. Op die vlakte leefden allerlei dieren die nu zijn uitgestorven, zoals de wolharige mammoet, het reuzehert en de sabeltandtijger.
De botten hiervan komen nog steeds regelmatig naar boven in de netten van vissers. Hun sleepnetten schuren immers over de Noordzeebodem waar de overblijfselen van de prehistorische dieren liggen.
Slide 16 - Tekstslide
Verbindingsmanieren
4. Door aankondigende zinnen
Een aankondigende zin staat meestal aan het eind van een alinea en vertelt wat je verderop in de tekst kunt verwachten :
Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld. Het wordt echter aan allerlei andere zaken uitgegeven.
Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Welk punt denk jij dat Arjen met deze video probeert te maken?
Slide 19 - Open vraag
Wat is het onderwerp van deze video? Noem ook meerdere deelonderwerpen.
Slide 20 - Open vraag
Aan de slag
Talent Max
Zie Somtoday voor de opdrachten
Let op! Huiswerkcontrole komt er zeker te weten aan!
Slide 21 - Tekstslide
formuleer een hoofdgedachte bij de combinatie van tekstdoel en onderwerp die je docent noemt!
Slide 22 - Open vraag
formuleer een hoofdgedachte bij de combinatie van tekstdoel en onderwerp die je docent noemt!
Slide 23 - Open vraag
formuleer een hoofdgedachte bij de combinatie van tekstdoel en onderwerp die je docent noemt!
Slide 24 - Open vraag
Lesdoelen
Je kunt een hoofdgedachte formuleren vanuit twee verschillende dimensies.
Je leert dat het herkennen van tekstdoelen kan helpen bij het formuleren van een hoofgedachte.
Je leert hoofgedachten formuleren aan de hand van willekeurige onderwerpen en tekstdoelen.
Je kunt aan de hand van een zelfgeformuleerde hoofdgedachte aan de slag met je column.