Oefenen met examens 12p1

19. Welke uitspraak is het meest van toepassing op alinea 1?
A
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

19. Welke uitspraak is het meest van toepassing op alinea 1?
A

Slide 1 - Quizvraag

20. Leg uit in welk opzicht de journalistiek is veranderd door de verandering IN het journalistieke veld vlgs alinea 3.

Slide 2 - Open vraag

21. Leg uit in welk opzicht de journalistiek is veranderd door de verandering VAN het journalistieke veld, vlgs alinea 3.

Slide 3 - Open vraag

22. Welke twee van de beschrijvingen geven het beste de negatieve gevolgen weer die in de alinea's 4 en 5 beschreven worden?

Slide 4 - Open vraag

23. Wie worden in tekst 2 bedoeld met journalisten en wie met de niet-journalisten?

Slide 5 - Open vraag

24. Welk kenmerk delen deze journalisten en niet-journalisten, volgens tekst 2?

Slide 6 - Open vraag

25. Leg uit wat die samenwerking concreet zal inhouden.

Slide 7 - Open vraag

26. Welk antwoord op de vraag: "Zullen mijn kinderen nog weten wat een journalist is?", kan uit tekst 2 worden afgeleid?
A

Slide 8 - Quizvraag

27. Welke omschrijving verwoordt het beste wat de hoofdgedachte van tekst 2 is?
A

Slide 9 - Quizvraag

28. Hoe is de toon van tekst 2 ten opzichte van de toekomst van de journalistiek het beste te omschrijven?
A
Kritisch
B
Lovend
C
Neutraal
D
Optimistisch

Slide 10 - Quizvraag