1. Ik kan het begrip continuïteit uitleggen en toepassen
2. Ik kan uitleggen hoe een hunebed gebouwd wordt.
3. Ik kan twee redenen noemen waarom hunebedden pas in een landbouwsamenleving werden gebouwd.
4. Ik kan uitleggen wat een natuurgodsdienst is.
5. Ik kan uitleggen waarom er sociale verschillen ontstonden in een landbouwsamenleving.