m2d 28 oktober

Welkom

• Open je boek van economie
• Blz. 30
• Maak opdracht 1
• Kijk op je blad voor de formule
• In stilte
• 3 minuten
• Klaar? Maak de rest van blz. 30

Leerdoelen

• Ik weet wat vraag en aanbod betekenen
• Ik weet welke betekenissen het woord markt kan hebben
• Ik kan uitleggen wat 'marketing' betekent

1.4 Economie

Hoe gingen opdracht 1 t/m 6

Zijn hier vragen over?

Vraag

Alles wat mensen willen kopen

Naar eten en drinken is altijd vraag

Naar sommige dingen is steeds meer of steeds minder vraag

Aanbod

Alles wat mensen willen verkopen

Als er een nieuwe snackbar opent dan is er meer aanbod in friet

Vraag en aanbod moeten in balans zijn

Concurrenten

Concurrenten proberen de prijs goedkoper te maken

Dit zijn bedrijven die hetzelfde product maken

Als er meer concurrenten komen, wordt het aanbod dan hoger of lager?

Markt

Waar denken jullie aan bij het woord markt?

Markt

De in de economie betekent markt meer dan dat

Markt is alle vraag en aanbod naar een product

Er is een markt in telefoons, eten, auto's en alles wat je kunt kopen

De prijs wordt bepaald door vraag en aanbod

Marketing

Fabrikanten proberen jou te verleiden om hun producten te kopen.

Dit doen ze op tv, op YouTube, langs te weg of met influencers

Dit heet marketing

Aan de slag

• Lees de teksten op blz. 35 en 36
• Maak opdracht 7 t/m 12
• Nakijken
• Klaar? Maak de extra opdrachten
• 5 minuten in stilte, daarna rustig overleggen

Leren

• Leer de begrippen van 1.1, 1.2 en 1.3
• Blz. 40
• Of leer de formules en schrijf ze op
• Of maak samenvattingen
• Of maak de extra opdrachten van moeilijke paragraven
• Eerste 5 minuten in stilte