Interviewen

interviewen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

interviewen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:08
Wat ging er mis bij dit interview

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vragen ken je?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen: kort antwoord 
    Vraag begint met werkwoord
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 5 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag en stel een vervolgvraag:
Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag en bedenk een vervolgvraag:
Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag en bedenk een vervolgvraag:
Bent u blij met uw baan?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doorvragen
  • Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
  • Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
  • Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.

antwoord heeft gegeven.

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”

Slide 11 - Video

Een voorbeeld van hoe het niet moet:

Heel veel vragen, veel daarvan ook gesloten, in een keer stellen.
WWWWWH-vragen
Wees geïnteresseerd!!
Vraag door.

Wees voorzichtig met 'waarom'- vragen

5 minuten elkaar interviewen over vakantieverleden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vakantieverleden

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vakantieverleden
  • Hoe gingen jullie vroeger op vakantie?
  • Hoeveel landen heb je bezocht?
  • Hoe avontuurlijk waren je vakanties?
  • Welke grote steden heb je bezocht?
  • Wat deed je graag met je ouders tijdens vakantie?
  • Had je heimwee naar je vrienden / vriendinnen?
  • Miste je school?
  • Wat deed je overdag tijdens vakantie en je niet met je ouders op pad was?
  • Welke stempels staan er in je paspoort?
  • Hoe herinner je je vakanties toen je klein was?
  • Wat is je leukste vakantieherinnering van je toen je klein was?
  • Wat is het spannendste wat je ooit hebt gedaan tijdens een vakantie?
  • Naar welke plaats in Nederland kun je het beste - gezien je reiservaringen - op vakantie gaan?
  • Wat is de mooiste vakantieplek in Europa waar je tot nu toe bent geweest?
  • Ben je wel eens ziek geweest tijdens een vakantie? (doorvragen!!)
...

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Timer
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies