In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Automata
Het ontwerpen en maken van een automata.
Slide 1 - Tekstslide
Museum Boerhaave organiseert een tentoonstelling van nieuwe mechanische speelgoedstukken (automata’s).
Jullie ontwerpbureau TimberKits is gevraagd een nieuw ontwerp te bedenken en te maken.
Slide 2 - Tekstslide
Wat verwacht de opdrachtgever van jullie?
Slide 3 - Tekstslide
Eisen ( 1 van 2)
Het museum heeft in haar mail aan jullie ontwerpbureau de onderstaande kwaliteitseisen geschreven.
De automata “vertelt een verhaal”.
In de automata zijn minstens twee verschillende overbrengingen gebruikt.
De automata is origineel. Je mag dus gebruik maken van bestaande ideeën, maar je geeft er een eigen draai aan.
Slide 4 - Tekstslide
Eisen (2 van 2)
Vanwege de afmetingen van de vitrines van het museum mag de automata niet hoger dan 20 cm, niet dieper dan 20 cm en niet breder dan 20 cm zijn.
Zij verwacht van jullie een schets van de door jullie ontworpen automata.
Zij verwacht ook een digitale tekening gemaakt in Tinkercad.
Zij verwacht een prototype van de automata die netjes is gemaakt en het echt doet.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Afspraken
Ik wil 3 afspraken met jullie.
Afspraak 1 - vandaag
gesprek over kwaliteitseisen, is alles duidelijk? Weet je wat je moet doen?
Slide 7 - Tekstslide
Afspraken
Ik wil 3 afspraken met jullie.
Afspraak 2 - volgende week
Je laat de schets zien van jullie automata. Je vertelt ook welke materialen je gaat gebruiken.
Slide 8 - Tekstslide
Afspraken
Ik wil 3 afspraken met jullie.
Afspraak 3 - over 3 weken
Jullie presenteren de automata aan mij. Je laat ook de schets zien en de digitale tekening gemaakt in Tinkercad.
Dan beslis ik ook de hoogte van de vergoeding (cijfer)
Slide 9 - Tekstslide
Cijfer
De prijsafspraak
Als het prototype van de automata aan alle eisen voldoet en jullie je aan de afspraken houden, betaalt het museum jullie 100 punten.
Dat is een tien voor deze opdracht.
Anders gaat de prijs/cijfer omlaag.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeelden van overbrengingen
Slide 11 - Tekstslide
Nokken
Nokken
De nok zit asymmetrisch aan de as. Asymmetrisch = niet in het midden.
Daardoor wordt de duwstaaf omhoog geduwd.
nok
duwstaaf
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Krukas
Krukas
De contrastang of schuif is gekoppeld aan de krukas en brengt de beweging over.
De krukdrijfas ondersteunt en roteert de krukas.
De rechterkrukas heeft een slag van 4 cm.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Tandwielen
tandwielen
Als het kleine wiel de grote aanstuurt ontstaat er veel kracht maar een langzaam tempo.
Dit is vaak een voordeel bij een automata omdat sommige mechanismen stroef zijn of onder spanning staan en het maakt het draaien van de hendel makkelijker.
groot klein
Van groot naar klein geeft een veel grotere snelheid, maar is mechanisch minder krachtig. Hou er rekening mee dat de automata moeilijk draait of zelfs niet werkt. Soms is het handig als je iets snel wilt laten bewegen.
Slide 16 - Tekstslide
Palrad
Palrad
Het palrad is eigenlijk een tandwiel in een andere vorm.
Anders dan bij tandwielen die gebruikt kunnen worden om een beweging sneller of langzamer te maken, kan de palas alleen maar een beweging vertragen op een houterige manier.
De pal wordt gedraaid door een krukas en duwt het palaswiel een tand verder met iedere draai. Er zijn 8 draaien van de krank nodig om de palas een hele draai te laten maken.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Snaar/ riem
Riemschijf
Een riemschijf werkt ongeveer hetzelfde als de tandwielen maar het verschil is dat ze elkaar niet raken. Ze zijn met elkaar verbonden met een elastiek of band, dit noemen we een riem. Denk maar aan een v-snaar in de auto.
De schijf heeft een groef zodat de riem er niet afloopt.