Je zet een komma:
3. Voor voegwoorden, zoals: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.
- Let op: bij het voegwoord en gebruik je geen komma.
Bijvoorbeeld:
Mila kijkt vaak Duitstalige series, omdat ze Duits wil leren.
De zanger kwam het podium op en begon meteen zijn nieuwste nummer te zingen.