SO Grammatica uitleg stof: t/m bijvoeglijke bepaling (kzn)

Grammatica in een notendop
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica in een notendop

Slide 1 - Tekstslide



  •  In SOM staat het 'Boekje uitleg grammatica klas 1'. Hierin staat alle uitleg van elk zinsdeel. Let op; dit is wel heel uitgebreid en veel. 

  • Je kunt zinsdelen ook simpelweg Googlen! Dan krijg je vaak ook heldere uitleg. Filmpjes zijn ook nuttig. 

  • In SOM staat ook de stappenkaart van grammatica waarin alle zinsdelen heel kort staan genoemd. 

Slide 2 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp: 
zinsdeel dat begint met zo'n vast voorzetsel
Maar let op!



Ik | reken | op het apparaat.
_O  ====     ________________B


Hij | wacht | op het perron. 
_O  =====    ______________B
Ik | reken | op je komst.
_O ====    _____________V


Hij | wacht | op zijn vriendin. 
_O =====      _____________V
Dit is letterlijk: 
geeft een plaats aan (bepaling).
Dit is niet letterlijk: 
je hebt het voorzetsel écht nodig.

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp: 
zinsdeel dat begint met zo'n vast voorzetsel
Let op!
Als worden of zijn als HWW worden gebruikt, is het zinsdeel met 'door' nooit voorzetselvoorwerp.




                    HWW                           ZWW
De deur | wordt | door Pietje | geschilderd.
_______O   ====    _________B    ;;;;;;;;;;;;;;;;;

Slide 4 - Tekstslide

De dubbelverbonden bepaling

Slide 5 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

‘Vervangt’ een naamwoordelijk deel / toestand in een zin met een werkwoordelijk gezegde.

Zegt iets over het gezegde + het OND óf het LV
 

Indeling in drie types:
  • Tijdens de handeling
  • Als gevolg van de handeling (gevolg)
  • Volgens de handeling (oordeel, volgens iemand)
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

Tijdens de handeling:

bijvoorbeeld:
                                              SD
Hongerig | kwam | ik | thuis.
_________D ======  __O ;;;;;;;;;;;;;;

 Zij | lag | wakker | in bed.
_O    ===   _______D  ______B
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 7 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

Als gevolg van de handeling: 
drukt het resultaat van de handeling uit. 

bijvoorbeeld:

Hij | verft | het hek | groen.
__O  ====    _______L   ______D
De vergadering | benoemde | haar | tot voorzitter.
______________O     =========     ____L  ______________D
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 8 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

Volgens de handeling:
het gezegde drukt een oordeel/mening uit.

bijvoorbeeld:

Ik | vind | jou | aardig. 
_O ====   ____L ______D
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Alles ontleed? Ga dan verder met de bijvoeglijke bepalingen. (Een bijvoeglijke bepaling geeft meer informatie over het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.)

 Noteer eerst de KZN en zet vervolgens de juiste pijltjes.


Slide 10 - Tekstslide

Stappen bijvoeglijke bepaling

1 - Ontleed de zin.

De oude kat | is | verdwaald | in het grote bos in Twente.
----------o  =    ;;;;;;;;;;;; --------------------------b


2 - Zoek het eerste zelfstandig naamwoord per zinsdeel (let op: niet in alle zinsdelen zit een zelfstandig naamwoord). 

Je noteert kzn (kern zelfstandig naamwoord)

De oude kat | is | verdwaald | in het grote bos in Twente.
----------o  pv    ;;;;;;;;;;   ----------------------b
             kzn                                          kzn



3 - Zoek de bijvoeglijke bepalingen per zinsdeel door de volgende vraag te stellen:

Welk/wat voor + [zelfstandig naamwoord]? 
Wat voor kat? oude -> bijvoeglijke bepaling
Wat voor bos? grote -> bijvoeglijke bepaling  
Ook bij de 'kleine' woordjes zoals dit, de, of het zet je pijltjes. Ze zeggen immers iets over het kzn.
Ook voorzetsels zeggen iets over het kzn, je noteert daarom vz.

Je noteert ----> of <----- richting het kzn.

De oude kat|is|verdwaald|in het grote bos in Twente.
--------  o pv ;;;;;;;;;;;;  -----------------------b
 --> -> kzn                     vz -->---> kzn <--------
                                                               vz   kzn

Slide 11 - Tekstslide

Tijden van de zin
  1. Voltooid of Onvoltooid? Hulpwerkwoord hebben of zijn?
  2. Tegenwoordige of Verleden tijd? Check persoonsvorm.
  3. Toekomende tijd? Hulpwerkwoord zullen?
  4. De T van Tijd!

Zenuwachtig liep hij op de gang te ijsberen voor het begin van zijn eerste mondelinge examen. --> O.V.T.

Slide 12 - Tekstslide