Oefenvragen hoofdstuk 3
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Aaneenschakeling van wie eet wie
A
Voedselkringloop
B
Voedselketen
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een voedselketen?
Een schema...
Een schema...
A
...waarin wordt weergegeven wat gezonde voeding is
B
...waarin aangeschakeld goede voeding wordt getoond
C
...waarin wordt weergegeven hoe eten wordt verteerd
D
...waarin elke volgende schakel de vorige als voedselbron heeft
Slide 3 - Quizvraag
Waarmee begint een voedselketen altijd?
A
plant
B
dier
C
schimmel
Slide 4 - Quizvraag
De pijl in een voedselketen/-web betekent.......
A
"heeft gegeten"
B
"gaat eten"
C
"eet"
D
"wordt gegeten door"
Slide 5 - Quizvraag
Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
gras <- konijn <- vos
C
gras -> konijn -> havik
-> vos
D
vos -> havik -> konijn
->gras
Slide 6 - Quizvraag
Een voedselketen begint altijd met een
A
Consument
B
Reducent
C
Producent
Slide 7 - Quizvraag
Een voedselketen eindigt altijd met een consument
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Je ziet hier meerdere voedselketens. In de voedselketen is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.
Wie staat er aan het begin van deze voedselketen?
Wie staat er aan het begin van deze voedselketen?
A
Algen
B
Kikker
C
Vis
D
Reiger
Slide 9 - Quizvraag
Je ziet hier meerdere voedselketens. In de voedselketen is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.
Wie staat er aan het eind van deze voedselketen?
Wie staat er aan het eind van deze voedselketen?
A
algen
B
kikker
C
vis
D
reiger
Slide 10 - Quizvraag
Noteer de kringloop van fotosynthese en verbranding, door de woorden naar de juiste plaats te slepen.
Zuurstof
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Slide 11 - Sleepvraag
Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose
Slide 12 - Sleepvraag
planteneters
vleeseters
alleseters
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen
Slide 13 - Sleepvraag
Abiotisch
Biotisch
Predatoren
Parasieten
Temperatuur
Licht
Neerslag
Voedselaanbod
Bescherming door vegetatie
Wind
Bodemvochtigheid
Concurrentie
Algen
Soortgenoten
Waterdiepte
Grondsoort
Zuurgraad
Schaduw
Afgewaaide tak
Slide 14 - Sleepvraag
Abiotische factoren
Biotische factoren
Slide 15 - Sleepvraag
Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Slide 16 - Sleepvraag
Groot
Klein
Groot
Klein
Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Slide 17 - Sleepvraag
Voedselketen
Voedselweb
Slide 18 - Sleepvraag
kringloop
voedselketen
voedselweb
Slide 19 - Sleepvraag
Producenten
Voedselketen
Reducenten
Voedselweb
Consumenten
Slide 20 - Sleepvraag
Geef aan of het om een biotische of abiotische factor gaat:
In een voedselketen zijn organismen het voedsel voor de volgende schakel.
In een voedselketen zijn organismen het voedsel voor de volgende schakel.
A
biotische factor
B
abiotische factor
Slide 21 - Quizvraag
In de afbeelding zijn vier soorten organismen getekend die samen een voedselketen vormen.
Welk organisme uit de afbeelding is een producent?
Welk organisme uit de afbeelding is een producent?
A
buizerd
B
rups
C
hazelaar
D
lijster
Slide 22 - Quizvraag
Een voedselketen:
Paardebloem-> sprinkhaan->kikker
De kikker is een:
Paardebloem-> sprinkhaan->kikker
De kikker is een:
A
producent
B
consument van de 1e orde
C
consument van de 2e orde
D
reducent
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel planteneters zijn er in dit voedselweb?
A
2
B
3
C
5
D
6
Slide 24 - Quizvraag
Welke piramide van
aantallen hoort bij de
voedselketen:
berk -> bladluis -> lieveheersbeestje?
aantallen hoort bij de
voedselketen:
berk -> bladluis -> lieveheersbeestje?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 25 - Quizvraag
Welke piramide van
aantallen hoort bij de
voedselketen:
Gras -> Koe -> bacteriën?
aantallen hoort bij de
voedselketen:
Gras -> Koe -> bacteriën?
A
A
B
B
C
C
D
D
