Nederlands H6 samenvatting Deel B

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

video 
hier volgt een video over sterke werkwoorden in de verleden tijd 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

video 
hier volgt een video de werkwoorden kunnen, zijn, willen en hebben 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

test je kennis
Hier volgen nog wat vragen om te kijken of we alles hebben begrepen 


Slide 11 - Tekstslide

Welk werkwoord is de pv in de zin?;
Zij willen later piloot worden.
A
willen
B
worden

Slide 12 - Quizvraag

Zijn
Ik...……...
A
is
B
zijnt
C
zijn
D
ben

Slide 13 - Quizvraag

Hebben
Hij
A
hebben
B
heb
C
hebt
D
heeft

Slide 14 - Quizvraag

Wij hebben veel geluk!
wat is de pv (persoonsvorm)=
A
veel
B
wij
C
geluk
D
hebben

Slide 15 - Quizvraag

Wij hebben gisteren hardgelopen.
Persoonsvorm?
A
wij
B
Hebben
C
Hebben hardgelopen
D
gisteren

Slide 16 - Quizvraag

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van
A
vorm
B
klank
C
lengte

Slide 17 - Quizvraag

Wat verandert er bij sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
A
sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, zwakke niet.
B
zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, sterke niet.

Slide 19 - Quizvraag

Noteer de persoonsvorm van de sterke werkwoorden in de verleden tijd.

ZITTEN
In de winter ..... onze kippen al om zes uur in hun nachthok.

Slide 20 - Open vraag

Peter .... een nieuwe auto. (hebben)
A
hebben
B
heeft
C
hebt
D
hebd

Slide 21 - Quizvraag

De PV van
'De leerlingen hebben Jack te veel brokjes gegeven'.
A
De leerlingen
B
hebben
C
Jack
D
hebben gegeven.

Slide 22 - Quizvraag

...... hebben dat zelf gezegd!
A
Hun
B
Zij

Slide 23 - Quizvraag

(Willen) jij de deur dichtdoen?
A
Wilt
B
Wil
C
Willen

Slide 24 - Quizvraag

Willen
Stefan ...... naar buiten.
A
wil
B
wilt
C
willen
D
wild

Slide 25 - Quizvraag

Willen
....... u mij even helpen?
A
willen
B
wilt
C
wil
D
wild

Slide 26 - Quizvraag

De brug 

Maken 
Hoofdstuk 6 De verleden tijd van sterke werkwoorden blz 237 
Opdracht 12 en 13 

Hoofdstuk 5 De verleden tijd van zwakke werkwoorden blz 236 
Opdracht 10 en 11 

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
Als het goed is kun je 
- de verleden tijd van sterke werkwoorden correct vervoegen
- Kun je de persoonvorm vinden in een zin   

Slide 28 - Tekstslide

Upload het gemaakte werk

Slide 29 - Open vraag