8. Zakelijke brief (via mail)

DE ZAKELIJKE BRIEF
Onder de zakelijke brief wordt een sollicitatiebrief verstaan. Ook een klachtenbrief valt eronder. De structuur is hetzelfde, alleen het onderwerp verschilt.  

Aandachtspunten van de zakelijke brief:
- de structuur
- formeel schrijven
- begin je met 'u', blijf dan ook 'u' schrijven
- als je een bijlage toevoegt, schrijf dit dan in de slotalinea
- als je een bijlage toevoegt, zet dan 2 enters onder jouw naam en dan 'Bijlage:'


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

DE ZAKELIJKE BRIEF
Onder de zakelijke brief wordt een sollicitatiebrief verstaan. Ook een klachtenbrief valt eronder. De structuur is hetzelfde, alleen het onderwerp verschilt.  

Aandachtspunten van de zakelijke brief:
- de structuur
- formeel schrijven
- begin je met 'u', blijf dan ook 'u' schrijven
- als je een bijlage toevoegt, schrijf dit dan in de slotalinea
- als je een bijlage toevoegt, zet dan 2 enters onder jouw naam en dan 'Bijlage:'


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPBOUW ZAKELIJKE BRIEF
Afzender


Plaats, datum


Het bedrijf (de geadresseerde)
T.a.v. de heer/mevrouw Achternaam 


Betreft: je schrijft hier waar het over gaat, het onderwerp


Slide 2 - Tekstslide

  • Afzender, vermeld je eigen adres
  • plaats, datum voluit
  • geadresseerde, denk om de t.a.v.:
  • Betreft:
  • na Betreft: 2 witregels
  • Aanhef, Geachte heer/mevrouw of Geachte mevrouw Jansen
  • Afsluiting, Hoogachtend of Met vriendelijke groet,
  • Handtekening en naam
  • Bijlagen zijn genummerd

OPBOUW ZAKELIJKE BRIEF
Aanhef,

Inleiding:
- Hierbij reageer ik op ... 

Kern of middenstuk: 
- elk (deel)onderwerp krijgt een alinea
- er zijn geen tussenkopjes in een brief
- bij een sollicitatie: je leest de vacature en herhaalt wat gevraagd wordt.
- bij een klacht: je geeft aan hoe het zou moeten zijn en hoe je het kreeg. 

Slide 3 - Tekstslide

  • Afzender, vermeld je eigen adres
  • plaats, datum voluit
  • geadresseerde, denk om de t.a.v.:
  • Betreft:
  • na Betreft: 2 witregels
  • Aanhef, Geachte heer/mevrouw of Geachte mevrouw Jansen
  • Afsluiting, Hoogachtend of Met vriendelijke groet,
  • Handtekening en naam
  • Bijlagen zijn genummerd

OPBOUW ZAKELIJKE BRIEF
Slotalinea 

Afsluiting, 

Jouw naam




Bijlage: 

Slide 4 - Tekstslide

  • Afzender, vermeld je eigen adres
  • plaats, datum voluit
  • geadresseerde, denk om de t.a.v.:
  • Betreft:
  • na Betreft: 2 witregels
  • Aanhef, Geachte heer/mevrouw of Geachte mevrouw Jansen
  • Afsluiting, Hoogachtend of Met vriendelijke groet,
  • Handtekening en naam
  • Bijlagen zijn genummerd

In welke stijl schrijf je een zakelijke brief?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat woord hoort bij 'formeel'?
A
zakelijk
B
persoonlijk

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke brief?
A
Met vriendelijke groet,
B
Betreft:
C
Geachte
D
Naar aanleiding van

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Handtekening
D
Ik hoop z.s.m. van u te horen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 'plaats en datum'?
A
Zwolle, 6-12-2023
B
Zwolle 6 December 2023
C
Zwolle, 6 December 2023
D
Zwolle, 6 december 2023

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft elke zakelijke brief?
A
een klacht
B
een sollicitatie
C
alinea's zonder tussenkopjes

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan zie je dat een nieuwe alinea begint?
A
Het eerste woord wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel of Enter boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe geef je het onderwerp aan in een zakelijke brief?
A
Onderwerp:
B
Deze brief gaat over:
C
Betreft:
D
Het onderwerp hoef je niet aan te geven.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

OEFENEN
Als je wilt oefenen met het schrijven van een zakelijke brief, dan staat er op de volgende slides een opdracht.  


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenoefening IV
Als schrijfopdracht krijg je een sollicitatiebrief via e-mail, waarmee je oefent met de structuur van een zakelijke brief.  Probeer deze opdracht in 30 minuten te schrijven. Zet desnoods een alarm. 

Aandachtspunten:
- de structuur
- formeel schrijven
- begin je met 'u', blijf dan ook 'u' schrijven
- als je een bijlage toevoegt, schrijf dit dan in de slotalinea
- als je een bijlage toevoegt, zet dan 2 enters onder jouw naam en dan 'Bijlage:'

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHRIJFPRODUCT: OPDRACHT
Opdracht: (vacaturetekst)

Ben jij razend enthousiast over jouw favoriete stad en ken je alle leuke plekken en activiteiten? Word dan stadsgids! Als stadgids leid je mensen rond door jouw stad, laat je ze bijzondere plekken zien en geef je ze verrassende informatie. Ben jij binnenkort stadsgids? Stuur je sollicitatie aan wkiers@zone.college.


NB: lees de opdracht ook na afloop door en controleer of je de gehele opdracht hebt beantwoord. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHRIJFPRODUCT: UITVOERING
Ben jij razend enthousiast over jouw favoriete stad en ken je alle leuke plekken en activiteiten? Word dan stadsgids! Als stadgids leid je mensen rond door jouw stad, laat je ze bijzondere plekken zien en geef je ze verrassende informatie. 
timer
30:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenoefening IV
Stuur je sollicitatie aan mij via e-mail: wkiers@zone.college.

Ik kijk het na en je krijgt jouw schrijfproduct met op- en aanmerkingen via e-mail terug. 

De schrijfopdrachten die je al hebt gedaan, zijn allemaal gebaseerd op eerdere examens. Zo ziet een examenopdracht Schrijven eruit. Het is een 'geleide opdracht', wat inhoudt dat je door de opdracht geleid wordt. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding examen Schrijven

Onderstaande schrijfproducten en varianten daarop kunnen worden gevraagd op het examen: brief, e-mail en artikel. 

Je moet dus de uitgangspunten/opmaak van deze drie schrijfproducten weten. 


Leerdoelen

Je weet wanneer je formeel moet schrijven en wat dat inhoudt. 

Je weet wanneer je informeel moet schrijven en wat dat inhoudt. 

Je kent de taalconventies van de brief, de e-mail en het artikel. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AANPAK EXAMEN
1. Bij elke examenopdracht ga je eerst kijken om welk type schrijfproduct het gaat. Is het een brief, een e-mail of een artikel dat je moet schrijven? 
2. Dan kijk je naar de doelgroep: moet je formeel of informeel schrijven?
3. Begin dan met schrijven (niet te lang nadenken). 

Op de volgende slides zie je de verschillen tussen artikel, e-mail en brief nogmaals staan. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

structuur ARTIKEL

1. Titel


2. inhoud (bouwsteen 3 van vorig jaar)

a) inleiding: je trekt de aandacht van de lezer met een anekdote/relevant verhaaltje. 1 alinea.  

b) kern: meerdere alinea's. Je licht het onderwerp toe, onderbouwt jouw mening met feiten. Verplaats je in een andere mening. Weerleg die mening met feiten. Dit doe je per (deel)onderwerp in alinea's met tussenkopjes.  

c) slot: samenvatting/conclusie/blik op de toekomst/vraag voor de lezer. 1 alinea. 


3. Afsluiting. Jouw naam is voldoende. Misschien heb je een examenrol, controleer dat altijd. Een voorbeeld: 'je werkt bij de gemeente'. Nu is het onduidelijk welke gemeente dat is en dat betekent dat je het zelf mag bedenken. Schrijf jouw naam en ook jouw examenrol: 'Voornaam Achternaam, werkzaam bij de gemeente Zwolle'. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

structuur E-MAIL

aan: (de doelgroep)

cc: (carbon copy ► de kopie)

bcc: (blind carbon copy ► dat wat de doelgroep en de cc niet zien)

onderwerp: 1 tot 3 woorden (bouwsteen 2)


Inleiding: in 1 alinea, vaak enkel een regel. Bij een zakelijke e-mail stel je jezelf voor, als de doelgroep jou niet kent.  

Kern: jouw boodschap in meerdere alinea's zonder tussenkopjes.

Slot: wat je graag wilt bereiken, jouw oplossing. 1 alinea.


Afsluiting


Jouw naam 

(eventueel jouw examenrol)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

structuur ZAKELIJKE BRIEF a)
Afzender: jouw naam en adresgegevens


Datering: Plaats, datum 


Adressering doelgroep: Naam bedrijf 
                                             T.a.v. de heer ... (mevrouw ...)
                                             Adres + Plaats


Betreft: 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

structuur ZAKELIJKE BRIEF b)
Aanhef,

Inleiding: 1 alinea
Kern: jouw boodschap in meerdere alinea's zonder tussenkopjes
Slot: 1 alinea

Afsluiting,

Jouw naam
(eventueel jouw examenrol)


Bijlage: (eventueel)


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AANPAK EXAMEN
1. Bij elke examenopdracht ga je eerst kijken om welk type schrijfproduct het gaat. Is het een brief, een e-mail of een artikel dat je moet schrijven? 
2. Dan kijk je naar de doelgroep: moet je formeel of informeel schrijven?
3. Begin dan met schrijven (niet te lang nadenken). 


Meer voorbereiden? Je hebt veel schrijfoefeningen via e-mail ingeleverd en van mij teruggekregen. Kijk deze na en lees dan nogmaals de op- en aanmerkingen in de zijlijn. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies