voegwoorden, herhaling

Wat weet je al over een voegwoord?
• 

• 
Een voegwoord ...
... voegt twee of meer zinnen samen tot een zin. 
De voegwoorden ...
... en, of, maar en want verbinden twee hoofdzinnen met elkaar. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je al over een voegwoord?
• 

• 
Een voegwoord ...
... voegt twee of meer zinnen samen tot een zin. 
De voegwoorden ...
... en, of, maar en want verbinden twee hoofdzinnen met elkaar. 

Slide 1 - Tekstslide

het voegwoord

Slide 2 - Tekstslide

De voegwoorden en, of, maar en want
 
verbinden twee hoofdzinnen met elkaar. 
En = Koppelt de twee zinnen.
Of= Je zet de zinnen tegen over elkaar.
Want: Er volgt na de eerste zin een reden.
Dus= Er komt een gevolg aan in de komende zin

Ik poets me tanden en ik spoel mijn mond.
Wil ik koffie hebben of wil ik nog thee?
Ik kan niet voetballen, want ik heb een dikke enkel.
Ik ben zo klaar met eten, dus ik kom er zo aan.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de functie van een voegwoord?
A
Het voegt iets toe aan de zin
B
Het vertelt iets over een mens, dier plant of ding.
C
Het plakt twee zinnen aan elkaar.
D
Je kunt het doen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?
Ik vertel het zo,
maar dan is Tom al thuis.
A
dan
B
maar
C
is
D
zo

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?
Ik ben boos, omdat hij mij nat spetterde.
A
omdat
B
hij
C
mij
D
ik

Slide 6 - Quizvraag

Welk voegwoord past onder de vlek?
A
en
B
of
C
maar
D
want

Slide 7 - Quizvraag

Welk voegwoord past onder de vlek?
A
en
B
of
C
maar
D
want

Slide 8 - Quizvraag

Welk voegwoord past onder de vlek?
A
en
B
of
C
maar
D
want

Slide 9 - Quizvraag

Joep is gevallen, ..... heeft hij een vieze broek.
A
maar
B
dus
C
want
D
of

Slide 10 - Quizvraag

Wat hebben we nu gedaan?
- We zijn bezig geweest met het oefenen van het voegwoord.
- Je hebt geleerd welke 4 voegwoorden er zijn
- Je hebt herhaald waar de voegwoorden voor zijn.
- Je hebt geoefend met het toepassen van voegwoorden in zinnen.

Slide 11 - Tekstslide