Woorden - h2

Woordenschat H2
  • Grondwoord
  • Achtervoegsel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat H2
  • Grondwoord
  • Achtervoegsel

Slide 1 - Tekstslide

Grondwoord=
Een woord waarbij je een voorvoegsel of achtervoegsel kunt schrijven.

! Bij sommige grondwoorden kun je een voor- en achtervoegsel plaatsen

Slide 2 - Tekstslide

Achtervoegsel=
Een stukje wat je achter een grondwoord kan toevoegen.
  • De betekenis van het woord verandert hierdoor
  • achtervoegsels bestaan niet als los woordje
  • met een achtervoegsel kun je aangeven of het om een JONGEN of MEISJE gaat

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden 
GW= kok          AV= kin     --> nieuwe woord= kokkin (vrouwelijk)
GW= wielren  AV= ner    --> nieuwe woord=wielrenner (mannelijk)
GW= waarde  AV= loos  --> nieuwe woord=waardeloos 
GW= gebruik  AV= (e)lijk     --> nieuwe woord= [ge]bruikelijk

!! - loos,  -ing,   -in,   -es,   -ster,   -achtig,   -ig,   -lijk,   -tje,   -zaam,      -baar
  

Slide 4 - Tekstslide

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

BETEKENIS

Slide 5 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

MEISJES

Slide 6 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

UITZICHT

Slide 7 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

LEER

Slide 8 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

AAI

Slide 9 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

CADEAU

Slide 10 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

ZWIJG

Slide 11 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

VERZEKER

Slide 12 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

SCHAATS

Slide 13 - Open vraag

Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.

KABOUTER

Slide 14 - Open vraag