Oefentoets Grammatica en Spelling

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Oefentoets Grammatica en Spelling

Het schijnt geen geheim te zijn dat de ouders van Jim gescheiden zijn.
Wat is het ow?

1. geen geheim
2. de ouders van Jim
3. Het
4. Dat de ouders van Jim gescheiden zijn

Het schijnt geen geheim te zijn dat de ouders van Jim gescheiden zijn.
Wat is de bwb?

1. Het
2. Geen geheim
3. Dat de ouders van Jim gescheiden zijn
4. te zijn

De blauwe laptop van mevrouw Pot is al de zevende die zij kapot heeft laten gaan.

1. NWG
2. WWG

De politie heeft in haar gevangenis meerdere gevangen die anderstalig zijn. Wat is de lv?

1. De politie
2. meerdere gevangenen
3. die anderstalig zijn
4. meerdere gevangenen die anderstalig zijn

De moordenaar stuurde briefjes met blauwe letters aan de nabestaanden. Met welk zinsdeel eindig de zin?

1. ow
2. wwg
3. lv
4. mv

Het was vreemd om te zien dat alle leerlingen zwart droegen.
Welke woordsoort is alle?

1. vr. vnw
2. on. vnw
3. bez. vnw
4. Htw.

Het was vreemd om te zien dat alle leerlingen zwart droegen.
Welke woordsoort is vreemd?

1. zn
2. bw
3. bn
4. bwb

Het was vreemd om te zien dat alle leerlingen zwart droegen.
Welke woordsoort is zien?

1. hww
2. kww
3. zww

De docent kookte van woede, toen de leerlingen een voor een uit de boekenkast kropen. Hoeveel voorzetsels staan erin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. geen

Welk woord is fout gespeld?

1. Zwijnenstal
2. Feestbeest
3. Stationstraat
4. tarwebrood

Welk woord/woordgroep krijgt geen hoofdletter?

1. Het Noorden
2. Meneer De Kist
3. Alexanderstraat
4. Pasen

Welke vorm vul je in?
(Hebben) Tim zijn IPhone nog niet geüpdatet?

1. pv.tt
2. pv.vt
3. vd
4. Anders

Welke vorm vul je in?
De politie heeft de verdachte (aanhouden)

1. pv.tt
2. pv.vt
3. vd
4. Anders

Welke vorm vul je in?
Gisteren had de docent uitgelegd wat de stof voor het proefwerk was, maar niemand (luisteren)

1. pv.tt
2. pv.vt
3. vd
4. Anders

Wat is geen voegwoord?

1. dus
2. als
3. maar
4. desondanks

Vul het goede voegwoord in: De student kwam te laat op zijn examen, .... hij werd aangehouden door de politie

1. omdat
2. doordat
3. want
4. als

Als het tweede deel van een samenstelling begint met een s-klank schrijf je altijd twee s-en.

1. Waar
2. Niet waar

Een hoofdtelwoord kun je altijd letterlijk uittellen, bijvoorbeeld met knikkers

1. Waar
2. Niet waar

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

1. Als iets letterlijk gezegd wordt
2. Als je een naam van een ding benoemt
3. Als er nadruk ligt op het woord
4. Alle bovenstaande

Elk zinsdeel kan voorkomen als zinsdeelzin

1. Waar
2. Niet waar