week 3. les 1

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

La clase de hoy
La meta de la clase: het doel van les
Weten hoe je de meewerkend en lijdend voorwerp moet gebruiken.   

Ejercicio
-Lenguateca D
- Jullie oefenen met de de grammatica
- Oefenen luistervaardigheid.
                                     

Slide 2 - Tekstslide

El programa de hoy
  • 5 min - Bienvenidos
  • 15 min - comprensión auditiva
  • 15 min -  OD y ID
  • 20 min - ¡A trabajar!
  • 15 min - Lenguateca D
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

¡A trabajar!
¿Qué? Wb p. 14 ejercicio 10, 11 y 12
¿Cómo? individualmente 
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Objetivo? practicar con la comprensión auditiva


timer
15:00
1. comprensión auditiva

Slide 4 - Tekstslide

Gramática

Slide 5 - Tekstslide

Complemento directo e indirecto
Wat is een meewerkend voorwerp?

Wat is een lijdend voorwerp?

Vb: (Yo) doy el libro a Juan.

Antwoord op de vraag: aan wie of voor wie + persoonsvorm + onderwerp
Antwoord op de vraag: Wie of wat + persoonsvorm + onderwerp

Slide 6 - Tekstslide

Complemento directo e indirecto
Objetivo: Complemento directo e indirecto
yo
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
Pronombres personales
me
te
le (se)
nos
os
les (se)
me
te
lo/la
nos
os
los/las
sujeto
compl. indirecto
compl. directo

Slide 7 - Tekstslide

Complemento 
Indirecto
Complemento directo e indirecto

Slide 8 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp

Slide 9 - Tekstslide

Objeto directo Lijdend voorwerp
ik (mij)
me 
jij (jou)
te
hij/zij/u/ding
lo/la
wij
nos
jullie
os
zij/u mv/dingen
los/las
La profe me ayuda.
Te llamo por teléfono.
Tengo un perro. Lo quiero mucho.
¿Nos ves ya?
No os conozco.
Tengo unas galletas. Las tengo en mi mochila.

Slide 10 - Tekstslide

Objeto directo Lijdend voorwerp
Plaatsing in de zin: 

vóór de persoonsvorm of achter een infinitief:
Quiero comer las galletas > Las quiero comer / Quiero comerlas

bij (bevestigende) gebiedende wijs altijd erachter:
¡Come(d)las entonces!

Slide 11 - Tekstslide

Orden de las frases
  • Wanneer een lijdend voorwerp EN een meewerkend voorwerp beiden als persoonlijk
voornaamwoord in een zin staan komt eerst het meewerkend voorwerp, daarna het
lijdend voorwerp.
     ¿Dónde has dejado mi libro? Te lo he dejado encima de la mesa. 
  • De persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend vw. LE en LES veranderen in SE wanneer ze voor de persoonlijke voornaamwoorden als lijdend vw. LO, LA, LOS, LAS staan.
    Doy el libro a Juan.    --> el libro = compl. directo, a Juan = compl. indirecto
    Lo doy a Juan. --> Ik geef het aan Juan.
   Le   se lo doy. --> Ik geef het hem
Objetivo: Complemento directo e indirecto

Slide 12 - Tekstslide

Orden de las frases
  • Los pronombres van delante del verbo. (voor de persoonsvorm)
       Me lo ha contado Carolina. - Carolina heeft het me verteld. 
  • Bij de gerundio of een infinitief mogen voornaamwoorden voor de persoonsvorm of achter de gerundio/infinitief vast. 
       Te lo estoy mandando. /Estoy mandándotelo. (Ik ben het je nu aan het sturen.)
       Te lo voy a mandar. /Voy a mandártelo. 
  • Bij de gebiedende wijs moeten de voornaamwoorden erachter geplaatst worden. 
       Carmen, cuéntamelo. (Carmen, vertel het me.)
Objetivo: Complemento directo e indirecto

Slide 13 - Tekstslide

Dubbelplaatsing meewerkend vw. 
Soms komt het meewerkend voorwerp dubbel voor in een zin. 1 keer als persoonlijke voornaamwoord en 1 keer als gewoon als meewerkend voorwerp. 

    Bijvoorbeeld: Le he dado a mi hermana su regalo de cumpleaños. 

A mi hermana is om dan te verduidelijken wie er bedoeld wordt met "le". 
A mi hermana zou ook weg gelaten kunnen worden. 

Objetivo: Complemento directo e indirecto

Slide 14 - Tekstslide

Ella _____ regala las flores a su madre.
A
la
B
le
C
-
D
se

Slide 15 - Quizvraag

¿____ prestas tu teléfono (a mí)?
A
me
B
C
lo
D
ella

Slide 16 - Quizvraag

¡A trabajar!
¿Qué?  p. 17 y 18 ejercicio 14
¿Cómo? Individual 
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Objetivo? Practicar con el complemento directo e indirecto 


2. OD y ID
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

¿Cuál es tu marca de ropa favorita?
ESTUDIAR: Lenguateca B (p.23)
HACER: sub tarea B en p. 25 usa unas frases de la Lenguateca




Slide 18 - Tekstslide

Lenguateca D
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Los deberes 
Hacer: 
Ejercicio 14 y subtarea b en p. 25



Slide 20 - Tekstslide