In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
Slide 1 - Tekstslide
La clase de hoy
La meta de la clase: het doel van les
Weten hoe je de meewerkend en lijdend voorwerp moet gebruiken.
Ejercicio
-Lenguateca D
- Jullie oefenen met de de grammatica
- Oefenen luistervaardigheid.
Slide 2 - Tekstslide
El programa de hoy
5 min - Bienvenidos
15 min - comprensión auditiva
15 min - OD y ID
20 min - ¡A trabajar!
15 min - Lenguateca D
Afsluiten
Slide 3 - Tekstslide
¡A trabajar!
¿Qué? Wb p. 14 ejercicio 10, 11 y 12
¿Cómo? individualmente
¿Tiempo? 15 minutos
¿Objetivo? practicar con la comprensión auditiva
timer
15:00
1. comprensión auditiva
Slide 4 - Tekstslide
Gramática
Slide 5 - Tekstslide
Complemento directo e indirecto
Wat is een meewerkend voorwerp?
Wat is een lijdend voorwerp?
Vb: (Yo) doy el libro a Juan.
Antwoord op de vraag: aan wie of voor wie + persoonsvorm + onderwerp
Antwoord op de vraag: Wie of wat + persoonsvorm + onderwerp
Slide 6 - Tekstslide
Complemento directo e indirecto
Objetivo: Complemento directo e indirecto
yo
tú
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
Pronombres personales
me
te
le (se)
nos
os
les (se)
me
te
lo/la
nos
os
los/las
sujeto
compl. indirecto
compl. directo
Slide 7 - Tekstslide
Complemento
Indirecto
Complemento directo e indirecto
Slide 8 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Slide 9 - Tekstslide
Objeto directoLijdend voorwerp
ik (mij)
me
jij (jou)
te
hij/zij/u/ding
lo/la
wij
nos
jullie
os
zij/u mv/dingen
los/las
La profe me ayuda.
Te llamo por teléfono.
Tengo un perro. Lo quiero mucho.
¿Nos ves ya?
No os conozco.
Tengo unas galletas. Las tengo en mi mochila.
Slide 10 - Tekstslide
Objeto directoLijdend voorwerp
Plaatsing in de zin:
vóór de persoonsvorm of achter een infinitief:
Quiero comer las galletas>Las quiero comer / Quiero comerlas
bij (bevestigende) gebiedende wijs altijd erachter:
¡Come(d)las entonces!
Slide 11 - Tekstslide
Orden de las frases
Wanneer een lijdend voorwerp EN een meewerkend voorwerp beiden als persoonlijk
voornaamwoord in een zin staan komt eerst het meewerkend voorwerp, daarna het
lijdend voorwerp.
¿Dónde has dejado mi libro? Te lo he dejado encima de la mesa.
De persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend vw. LE en LES veranderen in SE wanneer ze voor de persoonlijke voornaamwoorden als lijdend vw. LO, LA, LOS, LAS staan.
Doy el libro a Juan. --> el libro = compl. directo, a Juan = compl. indirecto
Lo doy a Juan. --> Ik geef het aan Juan.
Le se lo doy. --> Ik geef het hem.
Objetivo: Complemento directo e indirecto
Slide 12 - Tekstslide
Orden de las frases
Los pronombres van delante del verbo. (voor de persoonsvorm)
Me lo ha contado Carolina. - Carolina heeft het me verteld.
Bij de gerundio of een infinitief mogen voornaamwoorden voor de persoonsvorm of achter de gerundio/infinitief vast.
Te lo estoy mandando. /Estoy mandándotelo. (Ik ben het je nu aan het sturen.)
Te lo voy a mandar. /Voy a mandártelo.
Bij de gebiedende wijsmoeten de voornaamwoorden erachter geplaatst worden.
Carmen, cuéntamelo. (Carmen, vertel het me.)
Objetivo: Complemento directo e indirecto
Slide 13 - Tekstslide
Dubbelplaatsing meewerkend vw.
Soms komt het meewerkend voorwerp dubbel voor in een zin. 1 keer als persoonlijke voornaamwoord en 1 keer als gewoon als meewerkend voorwerp.
Bijvoorbeeld: Le he dado a mi hermana su regalo de cumpleaños.
A mi hermana is om dan te verduidelijken wie er bedoeld wordt met "le".
A mi hermana zou ook weg gelaten kunnen worden.
Objetivo: Complemento directo e indirecto
Slide 14 - Tekstslide
Ella _____ regala las flores a su madre.
A
la
B
le
C
-
D
se
Slide 15 - Quizvraag
¿____ prestas tu teléfono (a mí)?
A
me
B
tú
C
lo
D
ella
Slide 16 - Quizvraag
¡A trabajar!
¿Qué? p. 17 y 18 ejercicio 14
¿Cómo? Individual
¿Tiempo? 15 minutos
¿Objetivo? Practicar con el complemento directo e indirecto
2. OD y ID
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
¿Cuál es tu marca de ropa favorita?
ESTUDIAR: Lenguateca B (p.23)
HACER: sub tarea B en p. 25 usa unas frases de la Lenguateca