Antwoorden opdracht 4 (p. 146)
1.
Alinea 2 – een doorn in het oog (b): een grote ergernis
Alinea 3 – de nestor (m) intelligente, eerbiedwaardige grijsaard; oudste van een groep mensen (bijvoorbeeld vakgenoten)
Alinea 5 – uit den boze (b) wat beslist afgekeurd moet worden
Alinea 5 – de tale Kanaäns (b) het spraakgebruik van vrome mensen; hoogdravende domineestaal; het Hebreeuws
Alinea 5 – een wet van Meden en Perzen (b) een wet of regel waaraan niets valt te veranderen
Alinea 7 – naar de filistijnen (b) kapot; naar de knoppen
Alinea 7 – een rib uit m’n lijf (b) wat heel veel geld kost of gaat kosten