1B1F - Thema 1.3 week 9 - herhaling spelling en grammatica 1

1B1F - Thema 1.3 - Week 9 - herhaling spelling en grammatica 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1B1F - Thema 1.3 - Week 9 - herhaling spelling en grammatica 1

Slide 1 - Tekstslide

Spelling
IK WEET:

- wanneer en hoe ik hoofdletters gebruik (H5 Spellingapp) 
- hoe en wanneer ik leestekens gebruik (H6.1 en 6.2 Spellingapp)
- hoe ik woorden, samenstellingen en meervoudsvormen moet opschrijven bij klinkerbotsing (H1.1 t/m 1.3 Spellingapp)
- hoe ik verkleinwoorden maak met een extra klinker (H2.1 Spellingapp)
- hoe ik meervoudsvormen maak van woorden (H2.2 Spellingapp)
- hoe ik bezitsvormen schrijf die eindigen op -s of 's (H2.3 Spellingapp)

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica
Ik weet wat de volgende woordsoorten zijn: 
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel hoofdletters?

mijn vriend erin de vries woont in amsterdam. hij zit op spinoza20first en gaat van maandag tot en met vrijdag naar school. erin speelt drie keer per week voetbal bij quick‘20. hij mag in juni zelfs een keer op proef bij ajax. daar zullen zijn rotterdamse vrienden wat minder blij mee zijn.

Slide 4 - Open vraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Januari
B
januari

Slide 5 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 6 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 8 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci

Slide 11 - Quizvraag

Plaats hoofdletters en leestekens:

de hulpdiensten op texel vragen om de volgende spullen dekens lampen opladers en luiers
emma van leer werkt bij de hema want ze spaart voor een skireis naar italië
ik haat pizza maar ik dacht laat ik het maar weer eens proberen
voetballen freerunnen en basketbal zijn de favoriete sporten van emre de wit

Slide 12 - Open vraag

Los de klinkerbotsing op:
poezie
geergerd
officiele
tweeentwintig
vanilleijs
fantasieen
bacterien

Slide 13 - Open vraag

Noteer het juiste verkleinwoord:
foto
opa
paraplu
taxi

Slide 14 - Open vraag

Noteer de juiste meervoudsvorm:
visie
pony
video
iPad
shampoo
vakantie

Slide 15 - Open vraag

Bezitsvorm op -s of 's?
Yusef + boek
Zohir + auto
Vanessa + telefoon
Belle + schrift
Layla + gitaar
Wendy + verkering

Slide 16 - Open vraag

Woordsoorten
zelf.nmw: MeDiPlaDiNa (Mensen, Dieren, Planten, Dingen, Namen) --> auto
lidwoord: de, het, een --> de auto
bijv.nmw: zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Kan voor maar ook achter het zelf.nmw staan --> de rode auto / de auto is rood
zelf.ww: belangrijkste werkwoord in een zin. Geeft altijd een handeling/actie aan. Je ziet een plaatje voor je --> voetballen
hulp.ww: biedt hulp aan het zelf.ww (kan nooit alleen in een zin staan) --> wil voetballen

Slide 17 - Tekstslide

Kun je jouw stoel even aanschuiven?

kun:
stoel:
aanschuiven:

Slide 18 - Open vraag

Welke studenten komen dit jaar naar het eindfeest?

komen:
jaar:
het:
eindfeest:

Slide 19 - Open vraag

Mo zei dat haar ogen hemelsblauw zijn.
Mo:
ogen:
hemelsblauw:

Slide 20 - Open vraag

Bedenk bij dit plaatje drie zinnen:
- eerste zin heeft alleen een zelfst.ww
- tweede zin heeft een hulp.ww + een zelfst.ww
- derde zin heeft twee hulp.ww + een zelfst.ww

Slide 21 - Open vraag