§ 1.3 Risicoaversie

§ 1.3 Risicoaversie
Hoe kun je zien in welke mate iemand een hekel aan risico's heeft?

Kernwoorden:
- risico
- verwachte opbrengst
- mogelijke schade
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

§ 1.3 Risicoaversie
Hoe kun je zien in welke mate iemand een hekel aan risico's heeft?

Kernwoorden:
- risico
- verwachte opbrengst
- mogelijke schade

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Risicoaversie
Hoe minder risico iemand wil lopen, des te meer risicoavers iemand is.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Bij een loterij (A) kun je een lot kopen voor € 50. Vervolgens wordt er een munt gegooid. Bij ‘kop’ krijg je € 90 en bij munt € 10.




Slide 4 - Tekstslide

De verwachte opbrengst is: 
50% van (90 - 50) + 50% van (10 - 50) = € 20 - € 20 = € 0

De mogelijke schade is: 
€ 50 - € 40 = € 40

De kans op die schade is 50%, dus het risico is: 
50% van € 40 = € 20

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Bij een andere loterij (B) kun je een lot kopen voor € 50. De kans dat je een prijs wint van € 100 is 50%. 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Bij een andere loterij (B) kun je een lot kopen voor € 50. De kans dat je een prijs wint van € 100 is 50%. 

Slide 7 - Tekstslide

Verwachte uitbetaling is: 50% van € 100 = € 50
(Dat is dus wat anders dan verwachte opbrengst!)

Verwachte opbrengst: 50% van (100 – 50) + 50% (0 – 50) = 
€ 25 - € 25 = €0

Mogelijke schade: € 50

Risico: 50% van € 50 = € 25

Slide 8 - Tekstslide

Risicoaversie: vergelijking voorbeeld 1 en voorbeeld 2



Welke loterij zal een risicoavers persoon kiezen?
...................................................................................................................................................................................................................................................................................................
 

Slide 9 - Tekstslide

Risicoaversie: vergelijking voorbeeld 1 en voorbeeld 2



Welke loterij zal een risicoavers persoon kiezen?
Loterij A: de verwachte opbrengst is gelijk, maar het risico lager.
 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video