4M spelling 19-09

SE spelling:
  • werkwoordspelling
  • tussenletters
  • trema
  • apostrof
  • meervoud zelfstandige naamwoorden
  • koppelteken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SE spelling:
  • werkwoordspelling
  • tussenletters
  • trema
  • apostrof
  • meervoud zelfstandige naamwoorden
  • koppelteken

Slide 1 - Tekstslide

koppelteken en trema

Slide 2 - Tekstslide

Het koppelteken.

Slide 3 - Tekstslide

De meeste samenstellingen schrijf je in het Nederlands aan elkaar:

  • kassameisje
  • wijkagent
  • zomervakantie
  • schoonmaakdoekje

Slide 4 - Tekstslide

Je mag altijd een koppelteken schrijven om de leesbaarheid te bevorderen:

  • carnavalshit
  • carnavals-hit

  • antiaanbaklaag
  • anti-aanbaklaag

  • identiteitschip
  • identiteits-chip

Slide 5 - Tekstslide

Daarnaast bij onder andere aardrijkskundige namen.

Slide 6 - Tekstslide

Het trema
  • Je gebruikt een trema (puntjes) als je het woord verkeerd kan lezen.
  • Bij de volgende combinaties van klinkers:
  • aa, ae, ai, au, ee, ei, eu, oe, oi, oo, ou, ui en uu.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden trema:
  • Azië
  • patiënt
  • geëerd
  • knieën
  • zeeën

Slide 8 - Tekstslide

trema of koppelteken?

  1. skien
  2. Noord Afrika
  3. West Australie
  4. kopieren
  5. lenteui
  6. autoongeluk
  7. Israel
  8. Belgie

Slide 9 - Tekstslide

Spelling (blz. 104)
De theorie gaat over de tussenletter in samenstellingen.

Een samenstelling: twee woorden die zijn samengevoegd tot een nieuw woord.
Soms moet je een letter tussen deze twee woorden zetten.

Slide 10 - Tekstslide