Spelling H2.3: Aan elkaar of los

Lesdoel
Na de les van vandaag kun je:
- woorden op de juiste manier spellen: aan elkaar of los. 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Na de les van vandaag kun je:
- woorden op de juiste manier spellen: aan elkaar of los. 

Slide 1 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
Wanneer gebruik je nu een koppelteken en wanneer schrijf je iets aan elkaar?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling
Een combinatie van twee of meer woorden. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


Welk woord is goed geschreven?
A
meervoudige persoonlijkheidsstoornis
B
meervoudigepersoonlijkheidsstoornis
C
meervoudigepersoonlijkheids stoornis
D
meervoudige-persoonlijkheidsstoornis

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het langste woord dat jij kunt bedenken?

Slide 7 - Open vraag

Lange woorden
elektriciteitsproductiemaatschappij
arbeidsongeschiktheidsverzekering
aansprakelijkheidswaardevaststellingsveranderingen
kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamhedencomitéleden 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsel
op, in, achter, voor, bij, aan, naast, tijdens....

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Welk woord is goed geschreven?
A
erop
B
er op

Slide 12 - Quizvraag


Welk woord is goed geschreven?
A
daar bij
B
daarbij

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Welk woord is goed geschreven?
A
in schrijven
B
inschrijven

Slide 16 - Quizvraag


Welk woord is goed geschreven?
A
buitengesloten
B
buiten gesloten

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Getallen tot en met duizend + samenstellingen met honderd of duizend
tweeëndertig
zevenhonderdvijftig
vijftienduizend

Slide 19 - Tekstslide

Boven de duizend
vijf miljoen
zestien miljard
honderd biljoen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide


Welk woord is goed geschreven?
A
ex-aanvoerder
B
ex aanvoerder
C
exaanvoerder

Slide 29 - Quizvraag


Welk woord is goed geschreven?
A
mbostagiaires
B
mbo stagiaires
C
mbo-stagiaires

Slide 30 - Quizvraag

Schrijf het woord in hoofdletters goed:
'Ga nooit op een ZEE EGEL staan!'

Slide 31 - Open vraag

Schrijf het woord in hoofdletters goed:
'Wij wonen in ZUID HOLLAND.'

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide