Les 4 FPZ - Hartritmestoornis & hartfalen

Hartritmestoornis & hartfalen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hartritmestoornis & hartfalen

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Hartfalen + behandeling
  • Hartritmestoornis + behandeling
  • Medicatiebewaking
  • Vragen? 

Slide 2 - Tekstslide

Hartfalen; wat weten
we nog?

Slide 3 - Woordweb

Hartfalen
  • Decompensatio cordis 
  • Hartspier verzwakt 
  • Niet voldoende bloed rondpompen

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken
Kracht van het hart neemt af door:
  • Ouderdom
  • Diabetes 
  • Aandoeningen aan luchtwegen 
  • Bloedarmoede
  • Overgewicht 
  • Beschadiging hartspier (infarct, ontsteking, beschadiging kleppen)

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken
  • Hartinfarct: Na een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af. Dit deel doet niet meer mee met pompen. Niet bij iedereen leidt dit tot (ernstig) hartfalen. Dit is afhankelijk van de grootte van het hartinfarct .
  • Hoge bloeddruk: Bij een hoge bloeddruk moet het hart tegen een hoge druk in pompen. Het hart maakt meer spieren aan om dit voor elkaar te krijgen. De hartspier wordt dikker. Op den duur wordt een dikke hartspier stijver en minder soepel. Om kracht te leveren moet een spier ook soepel zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken
  • Hartklepaandoening: Het hart moet harder werken als hartkleppen niet goed sluiten of vernauwd zijn. Hierdoor raakt het hart overbelast.
  • Hartritmestoornis: Het hart klopt te snel, te langzaam of onregelmatig. Hierdoor verliest het hart pompkracht.
  • Hartspierziekte: De hartspiercellen hebben een abnormale bouw of zijn vervangen door vet- of bindweefsel. De pompkracht neemt hierdoor af. 


Slide 7 - Tekstslide

Verschijnselen
  1. Hartspier is verzwakt -> te weinig kracht om bloed rond te pompen
  2. De 'motor' heeft minder pk
  3. Klachten: oedeem, vermoeidheid, versneld hartritme, benauwdheid (ivm vochtophoping in de longen) 

Slide 8 - Tekstslide

Leefregels
  • Minder zout, alcohol, vocht 
  • Zorgen voor voldoende lichaamsbeweging

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Medicatie
  • RAS-remmers (ACE-remmers) = eerste keus
  • Diuretica
  • Bètablokkers
  • Hartglycosiden 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke medicijnen behoren
tot de ACE-remmers? En welke bijwerking hoort hierbij?

Slide 13 - Open vraag

Welke lis-diuretica ken je? En wanneer neem je dit in?

Slide 14 - Open vraag

Welke bètablokkers ken je? En welke bijwerkingen kunnen hier de eerste weken optreden?

Slide 15 - Open vraag

Wat bedoelen we met 'smalle therapeutische breedte'?

Slide 16 - Open vraag

Preparaten
  • ACE-remmers: Enalapril, Lisinopril, Perindopril
  • Lisdiuretica: Furosemide & Bumetanide
  • Thiazidediuretica: Chloortalidon (werkt gelijkmatiger)
  • Hartglycosiden: Digoxine (Lanoxin) = vingerhoedskruid -> let op dosering

Slide 17 - Tekstslide

Hartritmestoornis

Slide 18 - Tekstslide

Hartritmestoornis
  • Stoornis in prikkelgeleiding
  • Hart werkt niet naar behoren - bv. niet in juiste volgorde
  • Extrasystolen - spontane prikkels
  • Gevolg: afname hartkracht -> bloedcirculatie komt in gevaar

Slide 19 - Tekstslide

Hartritmestoornis
  • Versneld hartritme - tachycardie >100 slagen/minuut
  • Vertraagd hartritme - bradycardie <50 slagen/minuut
  • Onregelmatig hartritme - extra systolen
  • Atriumfibrilleren - ECG

Slide 20 - Tekstslide

Behandeling
  • Vaststellen wat het probleem is
  • Vaststellen waar het probleem zit
  • Anti-aritmica (paraplu) medicijnen

Slide 21 - Tekstslide

Anti-aritmicum
  • Klasse 1 Flecaïnide
  • Klasse 2 Bètablokkers (Sotalol) (Stress)
  • Klasse 3 Amiodaron (risico op QT-verlenging)
  • Klasse 4 Calciumantagonisten (Diltiazem - Verapamil)

  • BW: Maagklachten, afwijkende smaak en jeuk

Slide 22 - Tekstslide

Medicatiebewaking
CI: Hartfalen & NSAID's (kans op vocht vasthouden)
CI: Schildklierziekten & Hartglycosiden
CI: Hypercholesterolemie & Lisdiuretica
CI: Jicht & Lisdiuretica
CI: AP & migraine middelen of antidepressiva
CI: Bètablokkers met COPD, Astma, DM en schildklierziekten

Slide 23 - Tekstslide

Vragen?
Er volgen nu nog een aantal oefenvragen.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is tachycardie & bradycardie?

Slide 25 - Open vraag

Noem 3 oorzaken van hartfalen

Slide 26 - Open vraag

Noem 3 hartaandoeningen

Slide 27 - Open vraag