Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Communicatiekunde betekenis geven Taalvoutjes
Communicatiekunde
Grammatica
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Communicatiekunde
Grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Waarom is grammatica belangrijk?
A
Het is leuk.
B
Om goede zinnen te maken.
C
Om sneller te kunnen praten.
D
Voor het leren van andere talen.
Slide 2 - Quizvraag
Wat was er eerder: Taal of grammatica?
A
Taal
B
Grammatica
Slide 3 - Quizvraag
Wat heb je aan grammatica?
A
niks
B
je leert beter schrijven
C
je leert beter lezen
D
Je leert creatief omgaan met taal
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de pv?
'De juf heeft de grammatica uitgelegd'
A
de juf
B
heeft
C
heeft uitgelegd
D
uitgelegd
Slide 5 - Quizvraag
Wat is geen werkwoord?
A
ben
B
haar
C
geweest
D
loop
Slide 6 - Quizvraag
Grammatica: pv
Zo vind je de persoonsvorm:
A
Verander de zin van tijd (tijdproef).
B
Maak van de zin een vraagzin (vraagproef).
C
Verander de zin van meervoud naar enkelvoud of andersom (getalproef)
Slide 7 - Quizvraag
Redekundig ontleden is
A
woorden benoemen
B
zinsdelen benoemen
Slide 8 - Quizvraag
"Catootje, de beste student uit de klas, had een tien voor redekundig ontleden."
In bovenstaande zin is 'Catootje' het onderwerp.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in deze zin
D
kan vinden
Slide 10 - Quizvraag
lijdend voorwerp
=
A
Wie/wat + gezegde
B
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp
C
Wat + gezegde + onderwerp
Slide 11 - Quizvraag
Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
A
Door te vragen wie of wat + gezegde
B
Door te vragen wie of wat + gezegde + onderwerp
C
Door te vragen wie of wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
D
Door te vragen wie of wat + gezegde + lijdend voorwerp
Slide 12 - Quizvraag
Het meewerkend voorwerp is altijd een 'wie'.
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Een bijwoordelijke bepaling..
A
zijn overgebleven zinsdelen
B
staan meestal niet in de zin
C
kun je vinden als je het gezegde hebt
D
valt niet onder zinsdelen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld
Slide 15 - Quizvraag
In welke volgorde pas je redekundig ontleden toe op een zin?
Stap 1
stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
TekstZinsde-len strepen
Slide 16 - Sleepvraag
Kortom;
Is de zin duidelijk? Weet de lezer wat jij bedoelt?
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica - redekundig ontleden
Maart 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Grammatica les 7: Redekundig ontleden
September 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H3 Grammatica H30 Redekundig ontleden
Maart 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
week 14
Maart 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Grammatica les 6: Redekundig ontleden
December 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica les 7: Redekundig ontleden
April 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica redekundig ontleden, deel 2 havo/vwo 1
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica
November 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1