B1-K1-W1- Lesweek 4- F20

Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: F20A
Docent: M. Eshuis 
Lesweek 4                                                                   
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: F20A
Docent: M. Eshuis 
Lesweek 4                                                                   

Slide 1 - Tekstslide

Programma - methodiek deel 1-  vak 
  •  Welkom, awr 
  • Huiswerkcheck + nabespreken

  • Terugblik vorige lesweek theorie 
  • Observeren opdracht + herhaling
    - Pauze- 

  • Theorie en opdracht protocol
  • Theorie visie 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag: 
Aan het einde van de les
  • Je kunt uitleggen welke stappen er in een observatieplan staan 
  • Je kunt de theorie die je vandaag over observeren hebt geleerd toepassen 
  • Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een protocol is.
  • Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een (zorg)visie is.  

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk check- deze week! 

Opdrachten op Thieme Meulenhoff maken! EERSTE LES NA VOORJAARSVAKANTIE AF!!
Groepscode invullen: KLA49ULR

Boek Methodiek 
Thema 3.9  wat is methodisch werken - maak alleen opdrachten niv 3-4
Thema 3.10 waarnemen- maak alleen opdrachten niv 3-4
Thema 3.11 observeren- maak alleen opdrachten niv 3-4

Weet je niet hoe je groepscode moet invullen?? Kom dan naar helpdesk?
Nog geen licentie! Check dan teams!

IEDEREEN HEEFT HET AF GEEN UITZONDERING! NIET AF? GEEN DEELNAME AAN LES!



Slide 4 - Tekstslide

Terugblik (Quiz)

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1: Leg uit wat een methode is? 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2: Wat is methodisch werken?

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3: Noem de vier kenmerken van methodisch werken?

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 4: wat zijn de 3 observatietechnieken?

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 5: Objectief waarnemen en subjectief waarnemen.

Welke van de twee waarnemingen is een feit (je kan dit controleren) en wat is een waarde oordeel/ mening?



Slide 10 - Tekstslide

Vraag 6: er zijn 4 observatie methoden benoem ze alle 4..

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 7: Wat is beginsituatie?

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 8: Waarom is een beginsituatie belangrijk voor jou en je collega’s?

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 9: Noem 2 dingen die in een beginsituatie staan..

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 10: Een ondersteuningsvraag begin ik met: help mij.. waar of niet waar?

Slide 15 - Tekstslide

Observatieopdracht : 
We gaan naar een korte documentaire kijken.  Je maakt van de informatie van de documentaire een schriftelijke rapportage voor je collega’s.
In je rapportage komen de volgende zaken naar voren: Schrijf deze punten op:

  • Naam client en andere belangrijke gegevens
  • Observaties met betrekking tot persoonlijke verzorging
  • Verbeterpunten persoonlijke verzorging
  • Observaties met betrekking tot de leefomgeving van Ans
  • Observaties met betrekking tot de dagbesteding van Ans

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Theorie protocol 
Protocol:
Methodische leidraad waarin voorschriften aangeven welke handelingen,
 in welke volgorde uitgevoerd moeten worden.

Ofwel vertaling:
Een protocol is een document waarin wordt vastgelegd op welke manier
bepaalde activiteiten (volgens stappen) moeten worden uitgevoerd. 



Boek: Kwaliteit en deskundigheid- Thema 3.11 Kwaliteit verbeteren


Slide 19 - Tekstslide

Protocol - opdracht in tweetallen
Beantwoord de volgende vragen in tweetallen:
1. Kun je drie protocollen bedenken waarin je in je stage of werk mee te maken kunt krijgen? 
2. Wat is het verschil tussen een standaardprocedure en een protocol? 
 3. Wat wordt er (denk je) bedoelt met de volgende zin:
''Een protocol kan voor sommige clienten levensbepalend zijn.''

Gebruik bij deze opdracht je licentie/boek:
Boek: Kwaliteit en deskundigheid- Thema 3.11 Kwaliteit verbeteren

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting- lesdoelen check
Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een protocol is.
Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een (zorg)visie is.
Kun je uitleggen wat een ervaringsdeskundige is.
Je kunt uitleggen welke stappen er in een observatieplan staan
Je kunt de theorie die je vandaag over observeren hebt geleerd toepassen

Slide 21 - Tekstslide

W1- Programma - deel 2- vrijdag
  • Welkom, awr 
  • Lesdoelen vandaag 

  • Analyseren en beginsituatie - observatieplan 
  • Ervaringsdeskundige- wat is dat?

  • Visies maatschappelijke zorg (in het kort)  
  • Afsluiting 

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag: 
Aan het einde van de les:

  1. Kun je uitleggen welke bronnen je gebruikt om een helder beeld van de client te krijgen 
  2. Je kunt uitleggen welke stappen er in een observatieplan staan 
  3. Kun je uitleggen wat een ervaringsdeskundige is.
  4. Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een (zorg)visie is.

Slide 23 - Tekstslide

Analyseren en beginsituatie 
Je probeert je als eerste een goed beeld te vormen (beginsituatie) van het functioneren van de cliënt. Het gaat dan om de problemen, beperkingen en mogelijkheden die iemand ervaart. Dat doe je door het verzamelen van informatie.  
Om een goed beeld te krijgen, gebruik je verschillende informatiebronnen:
  • de cliënt zelf;
  • de familie of naasten; 
  • andere professionals; 
  • observatie; 
  • eventueel het dossier.

    Boek: PBSD- Thema 1- Werkveld van de specifieke doelgroepen, 1.3 ''ondersteuningsproces''

Slide 24 - Tekstslide

Analyseren en beginsituatie - Observatieplan 
Om informatie te krijgen over de client ga je ook vaak een observatie verrichten. Hiervoor maak je altijd een plan. Een observatieplan bestaat uit: 
  1. Wie   (Wie ga je observeren)
  2. Situatie (Context waarin je gaat observeren, klaslokaal, buiten etc, wie is er aanwezig) 
  3. Wanneer (tijd, plaats, hoe lang?)
  4. Doel (met welk doel observeer je? )
  5. Observatievragen (Vragen waar je antwoord op wil krijgen door je observatie)
  6.  Observatiemethode (participerend, niet participerend, gestructureerd, ongestructureerd) 
  7.  Observatietechniek (continue observatie, time-sampling, event-sampling) 
  8. Hulpmiddelen  (pen, papier, turflijst, computer etc) 
  9. Terugkoppelen  (Hoe ga je de informatie terugkoppelen en aan wie?)

Slide 25 - Tekstslide

Begrip: Ervaringsdeskundige 

Een ervaringsdeskundige is 'iemand die door ervaring deskundig is geworden op een bepaald terrein, die iets weet doordat hij het heeft meegemaakt'.
Binnen met name de GGZ worden ervaringsdeskundigen adviserend ingezet. Inmiddels zijn er ook meerdere opleidingen die ervaringsdeskundigheid als opleiding aanbieden. 

Wat is denken jullie het verschil tussen een ervaringsdeskundige en een social werker? 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Visie in de maatschappelijke zorg
De visie op maatschappelijk zorg wordt beïnvloed door:
  1. Cultuur
  2. Wetenschappelijke ontwikkelingen 
    3.    Demografische gegevens
  3. Politieke en economische krachten
  4. Inzichten in sociale wetenschappen

Slide 28 - Tekstslide

Verandering in visie MZ
  1. Medische visie (traditioneel)- Cliënten worden gezien als patiënten (zichtbaar)
  2.  Een holistisch mensbeeld: Mens is geheel. Psychische, sociale en lichamelijke aspecten kunnen worden onderscheiden maar niet te scheiden. 
  3. De emancipatorische visie:In de emancipatorische visie wordt de cliënt gezien als uniek. Client kan zelf zijn richting geven aan leven en zorg.

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Boek: Methodiek, thema 2.3 
Lezen: Ter voorbereiding op de volgende les ga je thema 2.3 doorlezen. 
Maken: 1. Thema 2.3 tot en met het kopje  ontwikkelingsaspecten. 
Schrijf alle blauwe begrippen over in je schrift en maak de oefeningen op je licentie: thema 2.3, 1 t/m 2d.

Wil je vooruit werken? Maak dan het hele hoofdstuk. 
Volgende week starten we de les met de begrippen en de theorie tot 2.3 ontwikkelingsaspecten.  BE PREPARED! 

Slide 30 - Tekstslide

Check lesdoelen 
Aan het einde van de les:

  • Kun je uitleggen welke bronnen je gebruikt om een helder beeld van de client te krijgen  
  • Je kunt uitleggen welke stappen er in een observatieplan staan
  • Kun je uitleggen wat een ervaringsdeskundige is.
  • Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een (zorg)visie is. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide