B1-K1-W1 Lesweek 4 -21B

Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: RSSMMZ222B
Docent: J. den Hoed
Lesweek 4 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ANT2+MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: RSSMMZ222B
Docent: J. den Hoed
Lesweek 4 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn goede voornemen deze week is......

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Programma- Methodiek
  •  Welkom, AWR
  • Programma
  • Terugblik vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Theorie Observeren
  • Aan de slag met de opdracht 
  • Huiswerk
  • Afronding 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les


Wat hebben we ook alweer gedaan?

Docu: "Je zal het maar hebben" over Lerrie en Davine.

Uitleg gekregen over de beginsituatie.

Bespreek in 2 minuten kort met je buurvrouw/ buurman welke theorie er in de vorige les is besproken.

Beantwoord voor jezelf de volgende vragen.
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in een beginsituatie?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed
Fout
Ondersteun mij
Motiveer de cliënt
Help mij
Begeleid mij bij

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een impliciete ondersteuningsvraag?
A
Een ondersteuningsvraag opgesteld door de professioneel omgeving.
B
Een ondersteuningsvraag opgesteld door de cliënt en/of naastbetrokkenen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bronnen kun je gebruiken bij het schrijven van de beginsituatie van de cliënt?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een multidisciplinair team?
A
Een team dat goed kan samenwerken.
B
Een team dat samenwerkt allemaal vanuit hun eigen vakgebied voor de cliënt.
C
Een team dat meerdere taken los van elkaar doet voor de cliënt.
D
Een team van mensen in dezelfde functie.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 fasen zijn er binnen het methodisch werken?
A
Fase 1: Plan Fase 2: Do Fase 3: Check
B
Fase 1: Voorbereiding Fase 2: Uitvoering Fase 3: Afrondingsfase

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je kunt de verschillende observatiemethodes uitleggen.
- Je kunt de verschillende observatietechnieken uitleggen.

- Je kunt uitleggen welke stappen er in een observatieplan staan.

-  Je weet wat er bedoeld wordt met ervaringsdeskundigheid.
- Je kan gebruik maken van ervaringsdeskundigheid.

- Je kunt benoemen wat ontwikkelingsgebieden zijn en dit koppelen aan je eigen ontwikkeling. 

Slide 13 - Tekstslide

Verzin hier een eigen werkvorm voor hoe je de lesdoelen checkt. 


Observeren (H3.11)
Observeren is het beschrijven van wat je feitelijk waarneemt.

Observeren is doelgericht: dat wil zeggen dat je voordat je gaat observeren bedenkt waar je naar wilt gaan kijken en waarom. Wat is het doel van de observatie?

Observeren is verder systematisch. Dat wil zeggen dat je al voordat je gaat observeren bedenkt op welke manier je je informatie gaat verzamelen, volgens welk plan.

(Waarnemen - signaleren - observeren)

Slide 14 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Observatiemethode
Gestructureerd

Ongestructureerd

Participerend

Niet-participerend

Slide 15 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Participerend 
Niet-participerend
Gestructureerd
Ongestructureerd

Meedoen tijdens de observatie


Niet meedoen tijdens de observatie.
Je bepaalt vooraf welk gedrag je gaat observeren, in welke omgeving, de interactie tussen welke mensen enzovoort. Dit is een selectieve observatie. 
Je kijkt meer naar algemene aspecten van gedrag. Je wilt een algemeen beeld krijgen van een cliënt.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oberservatietechnieken
3 voorbeelden van observatietechnieken:

- Time-sampling
- Event-sampling (turven)
- Narative recording (continue observatie)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time-sampling
Op vaste momenten het gedrag van cliënten scoren.

Bovenaan: belangrijkste gegevens
Links in de kolom: Tijden
Rechts in de kolom: Gedrag (hoe vaak en wanneer komt het gedrag voor)

Slide 18 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Event-sampling (turven);
Gedurende een vastgestelde periode het gedrag van cliënt turven.

Slide 19 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Narative recording (continue observatie)
- Op verhalende wijze het gedrag van cliënt gedetailleerd vastleggen.


- Voor een totaalbeeld van de cliënt
- Zo objectief mogelijk
- Achteraf categoriseren

Slide 20 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ervaringsdeskundigen
Brainstorm wat is een ervaringsdeskundige?

  • Wanneer ben je een ervaringsdeskundige?
  • Wie kunnen er allemaal ervaringsdeskundige zijn?
  • Is een van jullie een ervaringsdeskundige?
  • Wie heeft er met een ervaringsdeskundige te maken gehad?
  • Ken je mensen die gebruik hebben gemaakt van een ervaringsdeskundige?
  • Wat is de meerwaarde van een ervaringsdeskundige?

Slide 22 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ervaringsdeskundigen
De essentie van ervaringsdeskundigheid is:

Het ‘vermogen om op grond van eigen herstelervaring ook aan anderen ruimte te bieden, mogelijkheden aan te dragen en perspectief te geven voor herstel’.

Ofwel: eigen ervaringen inzetten voor het herstel van anderen.

Slide 24 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Ervaringsdeskundige voor cliënten
Overbrengen wat zij meegemaakt hebben
(maar niet overnemen).

De hulpverlener heeft het vaak niet aan den lijve ondervonden.

Helpen om begrip te voelen en aan te sluiten.

Kunnen cliënten makkelijker  stimuleren.


Slide 25 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Zelfstandig aan de slag
Opdracht : Pak één  van de ontwikkelingsgebieden/ aspecten (naar keuze) die in de theorie behandeld worden.(Cognitieve ontwikkeling, Lichamelijke ontwikkeling, Sociale ontwikkeling, Persoonlijkheidsontwikkeling, Emotionele ontwikkeling, Seksuele ontwikkeling )

Werk deze zo volledig mogelijk m.b.t. jezelf uit:
- Hoe is het nu? Welke stappen heb je hierin gemaakt?
- Wat maakt dat dit ontwikkelingsgebied bij jou goed ontwikkelt is of juist nog verder kan worden ontwikkeld?
- Welke ondersteuning krijg je op dit ontwikkelingsgebied of heb je gekregen?
- Geef minimaal 3 voorbeelden die passen bij het ontwikkelingsgebied.
- Waar hoop je nog in te groeien binnen dit ontwikkelingsgebied?              Klassikaal nabespreken!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan de slag


OPDRACHT 1 : Lees de theorie van Methodiek 2.3  
                                                                           
OPDRACHT 2: Maak dan alle opdrachten van het Thema 2.3 (de samenwerkingsopdrachten mag je overslaan) 



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak een keuze welke bonusopdracht je gaat maken. De vlog (voor maximaal 1 punt) of de beginsituatie (voor maximaal 0.5 punt). Lees de bonusopdracht goed door en schrijf de vragen op die je over de opdracht hebt. 

Maak een start met de bonusopdracht - verwerk de opdracht van vandaag - over het uitwerken van 1 ontwikkelingsgebied - gelijk in je bonusopdracht!

Lees hoofdstuk 2.3 in zijn geheel. Maak dan alle opdrachten van het Thema 2.3 (af) - de samenwerkingsopdrachten mag je overslaan). Dit huiswerk wordt via Thiememeulenhoff ingeleverd - nog geen licenties dan via teams de opdracht inleveren!


Slide 28 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Afsluiting
Lesdoelen check 

- Je kunt de verschillende observatietechnieken uitleggen 
- Je kunt de verschillende observatiemethode uitleggen
- Je kunt uitleggen welke stappen er in een observatieplan staan 

-  Je kan gebruik maken van ervaringsdeskundigheid
- Je weet wat er bedoeld wordt met ervaringsdeskundigheid

- Je kunt benoemen wat ontwikkelingsgebieden zijn en dit koppelen aan je eigen ontwikkeling 

Slide 29 - Tekstslide

Verzin hier een eigen werkvorm voor hoe je de lesdoelen checkt. 


Check-out
Ik kan aan de slag met het huiswerk van B1-K1-W1
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies