Adrenaline komt van nature in ons lichaam voor als hormoon en als neurotransmitter. In afbeelding 1 is schematisch een zenuwcel weergegeven.
Adrenaline als neurotransmitter
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Adrenaline komt van nature in ons lichaam voor als hormoon en als neurotransmitter. In afbeelding 1 is schematisch een zenuwcel weergegeven.
Adrenaline als neurotransmitter
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht 1
Waar wordt adrenaline als transmitterstof door deze zenuwcel afgegeven?
Geef alleen de letter van de plaats!
Slide 2 - Open vraag
Overmatige consumptie van sushi is niet zonder gevaar. De Amerikaanse acteur Jeremy Piven moest in het ziekenhuis worden opgenomen nadat hij was flauwgevallen. Hij had last van duizelingen, evenwichtsstoornissen en geheugenproblemen. Dokters stelden de diagnose kwikvergiftiging.
Sushi
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 2:
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit het ruggenmerg, de hersenstam, de kleine hersenen en de grote hersenen.
Welk deel van het centrale zenuwstelsel is bij Piven door kwikvergiftiging beschadigd, waardoor hij geheugenproblemen had?
A
Ruggenmerg
B
Hersenstam
C
Kleine hersenen
D
Grote hersenen
Slide 4 - Quizvraag
Functie van de hersenen
Grote hersenen
bewuste waarnemingen
bewuste bewegingen
geheugen
Kleine hersenen
coördineren bewegingen
Hersenstam
onbewuste processen.
Slide 5 - Tekstslide
Met een enorm enthousiasme vertelt bioloog Freek Vonk voor de camera over zijn grote liefde: slangen. Vonk doet onderzoek naar de evolutie van giftige slangensoorten. Van de ongeveer 3150 soorten slangen zijn ruim 600 soorten giftig voor mensen. Slangengif kan onder andere de bloedstolling, de werking van het hart of van het zenuwstelsel beïnvloeden. De zwarte mamba gebruikt een gif dat acetylcholineesterase remt. Hierdoor wordt de neurotransmitter die zich in de synaptische spleet van het motorisch eindplaatje bevindt, niet afgebroken.
Slangengif
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 3:
Welk effect heeft het gif van de mamba op het prooidier? En hoe wordt dat effect verklaard?
A
Spiercontractie, doordat de receptor voor de neurotransmitter op de
spiercel geblokkeerd blijft.
B
Spiercontractie, doordat de receptor voor de neurotransmitter op de
spiercel gestimuleerd blijft.
C
Spierverlamming, doordat de receptor voor de neurotransmitter op de spiercel geblokkeerd blijft
D
Spierverlamming, doordat de receptor voor de neurotransmitter op de spiercel gestimuleerd blijft.
Slide 7 - Quizvraag
Vorming en werking acetylcholine (zie binas 88H)
Slide 8 - Tekstslide
In afbeelding 2 zijn 3 verschillende typen neuronen weergegeven.
Over deze afbeelding volgen 3 vragen
Neuronen
1
2
3
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 4
Welk type zenuwcel ligt in zijn geheel in het centrale zenuwstelsel? Noteer enkel het nummer van deze cel
Slide 10 - Open vraag
Opdracht 5
Van welk type neuron komen er uitlopers (axonen) voor in het spinale ganglion?
Slide 11 - Open vraag
Opdracht 6
In welke richting lopen de impulsen van zenuwcel 1? Vul in 'omhoog' of 'omlaag'
Slide 12 - Open vraag
Zie afbeelding. Neuron 1 brengt een signaal over naar neuron 2. Diagram P toont het presynaptisch potentiaal en diagram Q toont het postsynaptisch potentiaal.
Signaaloverdracht
1
2
3
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht 7
Welke letter geeft het dendriet aan? noteer de letter 'E' of 'H'
Slide 14 - Open vraag
Opdracht 8
Is de afgegeven neurotransmitter 'exciterend' of 'inhiberend'? vul het juiste woord in
Slide 15 - Open vraag
Opdracht 9
De drempelwaarde word bereikt
Vul aan met 'juist' of 'onjuist'
Slide 16 - Open vraag
Wat is de juiste weg die de geluidstrillingen in je oor volgen ?
A
trommelvlies-gehoorbeentjes-slakkenhuis
B
trommelvlies-slakkenhuis-gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes-trommelvlies-slakkenhuis
D
slakkenhuis-trommelvlies-gehoorbeentjes
Slide 17 - Quizvraag
Waar worden hoge geluiden doorgegeven?
A
aan het begin van het slakkenhuis
B
In het midden van het slakkenhuis
C
aan het einde van het slakkenhuis
Slide 18 - Quizvraag
1
2
3
4
5
6
7
8
Prikkel
Zintuig
Impuls
Sensorische zenuwcel
Ruggen-
merg
Hersenen
Motorische-
zenuwcel
Spier of klier
Slide 19 - Sleepvraag
Zie afbeelding. De volgende vragen gaan over deze grafieken
Geluid
A
B
C
D
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht 10
Welk geluidsignaal levert het meeste impulsen op door de gehoorzenuwcellen?