Basisstof 3: Eiwitsynthese

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Waarom worden zeeschildpadden zo oud?
-.. . --.. . / .-.. . ... / --. .- .- - / --- ...- . .-. / -.. -. .-

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les gaat over DNA

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les:
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven
  • Je kan omschrijven hoe (verschillende vormen van) DNA wordt opgeslagen in cellen
  • Je kunt beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsvindt
  • Je kunt uitleggen hoe met de gegevens die zijn verkregen door DNA-analyse de graad van verwantschap van soorten kan worden vastgesteld

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 
+ huiswerk bespreken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist
onjuist
Het wild zwijn is meer verwant aan het hertzwijn dan aan het gewoon wrattenzwijn.

Cebochoerus is de voorouder van alle varkensachtigen.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

DNA is een eiwit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bouwstenen van DNA zijn
A
aminozuren
B
nucleotiden
C
monosacchariden (zoals glucose)
D
glycerol en vetzuren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DNA Bestaat uit een dubbele streng.
DNA streng 1: ACTC
DNA streng 2 = .... ?
A
TGAG
B
UGAG
C
ACTT
D
TGUG

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DNA replicatie is...
A
... het afbreken van DNA
B
... het aflezen van DNA
C
... het kopiëren van DNA
D
... het doorgeven van DNA

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

voor DNA-replicatie is/zijn benodigd
A
DNA
B
DNA polymerase
C
vrije nucleotiden
D
alle drie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BS 2: DNA replicatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA- replicatie vindt plaats in de ...
A
G1-fase
B
S-fase
C
G2-fase
D
kerndeling

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Celcyclus
Celcyclus is een proces van celdeling en celgroei. 4 fasen:
1. G1-fase: Cel groeit en maakt eiwitten. 
2. S-fase: DNA verdubbelt. 
3. G2-fase: Groei, maakt meer celorganellen en eiwitten. 
4. M-fase: Cel verdeelt DNA in 2 delen-> basis voor dochtercel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deling van de celkern
DNA-replicatie
''Rust-fase''
Aanmaak enzymen voor mitose
Groei van cytoplasma
Controle van DNA
Aanmaak extra organellen
M-fase
G0-fase
G1-fase
S-fase
G2-fase

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 3: Eiwitsynthese
Boek 5
Thema 2: DNA

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les gaat over DNA

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitsynthese
Maken van een eiwit in een cel
(synthese = samenstellen)

Bestaat uit een aantal stappen
1. transcriptie
2. translatie
3. Eiwitvouwing


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transcriptie
Nucleotidenvolgorde van een gen in DNA wordt gekopieerd naar RNA in de celkern

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Translatie: RNA naar eiwit

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triplet/codon
Welke binas tabel is dit?

Slide 22 - Tekstslide

eiwitten worden gemaakt door steeds 3 nucleotiden tegelijk af te lezen. In deze tabel kan je aflezen welk aminozuur bij welk triplet hoort, door de 1e 2e en 3e base af te lezen. Translatie begint altijd bij de code AUG

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eiwit vouwing
De aminozuren vouwen zich in een bepaalde vorm, dan noem je het een eiwit.

De vorm van het eiwit hangt af van de volgorde van de aminozuren. Zie blz 214.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golgisysteem/golgi apparaat

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Potlood transferase
Jullie gaan zelf een eiwit ‘ontwerpen’. Dat eiwit heet potloodtransferase. De functie van het eiwit is het transporteren van een potlood (of een pen) van de ene tafel naar de andere. Buig en vouw de draad zó dat je je potlood of pen (zonder dat aan te raken) kan optillen en naar een andere tafel vervoeren. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 3: opdrachten
  • Lees basisstof 3 goed door 
  • Maak de opdrachten

  • Hulp nodig? kom naar mijn bureau
  • Klaar? Maak ook vraag 9 en 10

timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen examenopgaven
  • ga naar  biologiepagina.nl
  • Kies een onderwerp van afgelopen periode
  • Kies een examenvraag die je leuk lijkt

  • Hulp nodig? kom naar mijn bureau
  • Klaar? Maak er nog een

timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les:
  • kun jij het verschil tussen antistoffen en antigenen uitleggen 
  • kun jij vertellen hoe een vaccinatie werkt
  • heb je uitlegkaart 7 op je website staan


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Boek 5, thema 2, basisstof 1 
Lees goed door
Maak: opdr. 1 t/m 8

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies