Thema 12 Blok 4 De stad van de toekomst

Blok 4 De stad van de toekomst
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 De stad van de toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Waar gaat dit blok over?
  • Uitleg wonen in een stad en alles naar de stad
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat dit blok over?
  • In Nederland woont het grootste deel van de mensen in steden.
  • Door o.a. klimaatverandering, luchtvervuiling en andere milieu problematieken  moeten we nadenken over de leefbaarheid van de stad.
  • Politici, bedrijven, wetenschappers, stadsbewoners denken na over hoe de stad er in de toekomst uitziet. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe ziet de stad van de toekomst eruit?

Slide 6 - Tekstslide

Wonen in een stad
  • In 2006 woonde de helft van de wereldbevolking in steden. In 2050 zal dat ongeveer 70 procent zijn. 
  • De voornaamste reden dat er zoveel mensen in de stad wonen is dat hier vooral werk is. 
  • In een stad zijn meer woningen nodig voor hetzelfde aantal mensen als op het platteland. Hoe kan dat?

Slide 7 - Tekstslide

Alles naar de stad
  • Infrastructuur is erg belangrijk in de stad ( Het geheel van land- en waterwegen, lucht- en zeehavens en van leidingen voor telefoon, water, gas, elektriciteit en riolering.)
  • Infrastructuur in de stad is nodig voor vervoer, voedsel, transport, elektriciteit, drinkwater, gas, afvoer van afval(water). Alles komt bijna van buiten de stad. 
  • De dertig grootste steden van de wereld verbruiken 10 % van alle energie maar in die steden woont maar 7% van de wereldbevolking. 13% van  al het afval komt uit die megasteden. 
  • Daarom wordt er hard gewerkt aan oplossingen om energie te besparen en afval te verminderen. 

Slide 8 - Tekstslide

Energie
  • Energie in de stad (huizen, fabrieken, voorzieningen enz.) komt grotendeels uit fossiele energiebronnen (gas, olie, steenkool). Nadeel het raakt op en het slecht voor het milieu (co2 uitstoot -> versterkt broeikaseffect) 
  • We gaan steeds meer onze duurzame energiebronnen gebruiken om bijvoorbeeld het huis te verwarmen of te koken.  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aan de slag!
Maken opdrachten: 1a, 2abc, 3, 4abc, 5, 6b, 7, 8 & 9

Ben je klaar?
Probeer verder te werken, Filmpjes in Lesson up bekijken
Kennen en kunnen samenvatten
Blok 2 afmaken en aftekenen
Werken aan het PO

Slide 12 - Tekstslide

Blok 4 De stad van de toekomst

Slide 13 - Tekstslide

Planning
Herhaling
Uitleg duurzame energie
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 14 - Tekstslide

Broeikaseffect
Per tweetal krijg je papier

1. Teken het broeikaseffect zo duidelijk mogelijk
2. Teken daarna het versterkte broeikaseffect

Slide 15 - Tekstslide

Duurzame energie Nederland

In NL wordt duurzame energie opgewekt uit wind, zon, aard- en bodemwarmte. 

Slide 16 - Tekstslide

Zonne energie
Met zonne-energie wekken we elektriciteit op en verwarmen we water. 

Zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit.


Voor en Nadelen
Voor en nadelen
+Duurzaam en schoon
-Hoge kosten
-afhankelijk van de zon.

Slide 17 - Tekstslide

Windenergie
Windenergie wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit.
Voor en Nadelen
+Duurzaam en shoon
+ Nederland heeft veel wind
+kosten vergelijkbaar met fossiele energie
- horizonvervuiling
- betrouwbaarheid


Slide 18 - Tekstslide

Aardwarmte
Voor en Nadelen
+ Duurzaam en schoon
- Heel erg duur in Nederland 

Slide 19 - Tekstslide

Restwarmte
Je kunt de restwarmte van bedrijven/ fabrieken/tuinbouw als warm water naar huizen pompen. 

De afstand met de huizen moet dan niet te groot zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Afval
  • Steden produceren veel afval
  • Afval wordt verzamelt en kwam vroeger (en nu nog steeds) op afvalbelten terecht.
  • Nadeel daarvan is dat de bodem vervuilt raakt door het lekken van afval in de grond. 
  • Daarom wordt recyclen, het hergebruiken, de norm

Slide 22 - Tekstslide

Nederland loopt voorop
In Nederland wordt er al veel gerecycled, onder andere:
- Plastic
- Flessen
- Glas
- Papier
- GFT
- Metaal

Slide 23 - Tekstslide

Kringloopeconomie

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Minder luchtvervuiling (fijnstof)
  • Fijnstof zijn hele kleine, zwevende deeltjes stof en roet (smog). 
  • Fijnstof ontstaat voornamelijk in het verkeer en de industrie. In stedelijke gebieden is het percentage hoog.
  • Fijnstof is schadelijk voor mensen die lucht inademen. 
  • Steden proberen daarom het verkeer terug te dringen. Soms stellen ze Milieuzones in. Hier mogen alleen vervoersmiddelen met weinig schadelijke uitlaatgassen rijden.  Ook het planten van groen kan helpen. Bomen filteren de lucht. 

Slide 26 - Tekstslide

Minder luchtvervuiling (stikstof)
  • Naast koolstofdioxide komt er ook stikstof vrij bij het verbranden van fossiele brandstoffen (stikstof komt ook veel vrij in de landbouw)
  • Stikstof zorgt voor verzuring van het milieu (zure regen). Schadelijk voor insecten, vogels en planten.  Nadelig voor de voedselproductie, mensen met luchtwegklachten kunnen ook last van krijgen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Chinese steden zuchten onder luchtvervuiling. Door de coronacrisis nam de concentratie fijnstof en NO2 in China fors af. beeld iStock

Slide 31 - Tekstslide

Manieren om klimaatverandering te verminderen
Planten van groen in steden: voorkomt wateroverlast en neemt CO2 op.
Bomen in de stad: Vermindering van hitte in de stad en vangen fijnstof op.
Groen op de daken.
Verminderen van asfalt en tegels.
Straten smaller maken waardoor steden koeler worden

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdrachten: 10 t/m 19, 21 & 22

Ben je klaar?
Probeer verder te werken, Filmpjes in Lesson up bekijken
Kennen en kunnen samenvatten
Test je kennis over broeikasgassen in lesson up maken
Werken aan het PO

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Test je kennis!
Broeikasgassen en versterkt broeikaseffect

Slide 41 - Tekstslide

Welk gas komt het meest voor in de aardse atmosfeer?

A
stikstof
B
zuurstof
C
waterstof
D
Koolstofdioxide

Slide 42 - Quizvraag

Veel boeren protesteerden dit jaar tegen de stikstofmaatregelen. Welke uitspraak is NIET WAAR?
A
78% van de atmosfeer bestaat uit stikstof
B
Stikstof is een kleur- en geurloos gas
C
Fabrieken stoten de meeste stikstof uit
D
Stikstof in het Latijn is nitrogenium

Slide 43 - Quizvraag

Wat is een zure regen
A
regenwater dat zuur is geworden door kooldioxide
B
Regenwater dat zuur is geworden door stikstof en zwavel oxide gassen
C
Regenwater wat zuur is geworden door aardgas
D
Zure regen bestaat niet

Slide 44 - Quizvraag

wat is GEEN gevolg van zure regen?
A
afbrokkelen van gebouwen
B
klimaatverandering
C
vissterfte in oppervlaktewater
D
bomen gaan dood

Slide 45 - Quizvraag

Ook boven Nederland werd de lucht aanzienlijk schoner.
Welke twee schadelijke stoffen werden tijdelijk tijdens de coronaperiode minder uitgestoten?
A
koolmonoxide en ammoniak
B
koolstofdioxide en stikstofdioxide
C
ozon en stikstof
D
ammoniak en stikstofdioxide

Slide 46 - Quizvraag

Vul de zin aan: Fijnstof is een verzamelnaam voor allerlei deeltjes die in de lucht zweven zoals; ...
A
Zand, stenen en water
B
Roetdeeltjes, zand en water
C
Aardolie, aardgas en steenkool
D
Roetdeeltjes, uitlaatgassen en zand

Slide 47 - Quizvraag

Uit welke bestandsdelen bestaat smog vooral?
A
Zuurstof, fijnstof
B
Ozon en fijnstof
C
uit sterrenstof en Co2
D
zuurstof en zwaveldioxide.

Slide 48 - Quizvraag

Wat is geen reden voor de matige kwaliteit van de woonomgeving in Nederland
A
De hoge bebouwingsdichtheid
B
Het vele water in Nederland
C
Het vele verkeer in Nederland
D
Het vele fijnstof in de lucht

Slide 49 - Quizvraag