Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Onderdelen in deze les
Leerwerkboek 12 Afval en Energie
M&M LJ2
2020-2021
Slide 1 - Tekstslide
Blok 4 De stad van de toekomst
Waar gaat dit blok over?
Uitleg wonen in een stad en alles naar de stad
Brainstorm-opdracht PO
Slide 2 - Tekstslide
Waar gaat dit blok over?
In Nederland woont het grootste deel van de mensen in steden.
Door o.a. klimaatverandering, luchtvervuiling en andere milieuproblematiek moeten we nadenken over de leefbaarheid van de stad.
Politici, bedrijven, wetenschappers, stadsbewoners denken na over hoe de stad er in de toekomst uitziet.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wonen in een stad
In 2006 woonde de helft van de wereldbevolking in steden. In 2050 zal dat ongeveer 70 procent zijn.
De voornaamste reden dat er zoveel mensen in de stad wonen is dat hier vooral werk is.
In de stad zijn veel woningen nodig, omdat hier vaak jonge mensen gaan wonen die studeren, aan hun carrière willen werken, van het stadse leven willen genieten. Hierdoor krijgen deze mensen pas laat of geen kinderen. Voor evenveel mensen zijn in de stad daarom meer woningen nodig dan op het platteland.
Slide 5 - Tekstslide
Alles naar de stad
Infrastructuur is erg belangrijk in de stad ( Het geheel van land- en waterwegen, lucht- en zeehavens en van leidingen voor telefoon, water, gas, elektriciteit en riolering.)
Infrastructuur in de stad is nodig voor vervoer, voedsel, transport, elektriciteit, drinkwater, gas, afvoer van afval(water). Alles komt bijna van buiten de stad.
De dertig grootste steden van de wereld verbruiken 10 % van alle energie maar in die steden woont maar 7% van de wereldbevolking. 13% van al het afval komt uit die megasteden.
Daarom wordt er hard gewerkt aan oplossingen om energie te besparen en afval te verminderen.
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht: Bedenk in het PO groepje hoe volgens jullie de toekomstige stad eruit ziet?
Jullie krijgen een A3-blad, schrijf in het midden van je blad stad van de toekomst. Deel het blad vervolgens in op vier onderwerpen:
Wat maakt mensen gelukkig?
Wat is er nodig voor een goede gezondheid van de inwoners?
Hoe bereiden jullie de stad voor op klimaatverandering
Maak een plan voor de energievoorziening van jullie stad
Schrijf bij elk punt met kernwoorden op hoe dit in jullie toekomstige stad eruit komt te zien.
Je krijgt 15 min de tijd, daarna gaan we het klassikaal bespreken.
Let op! Het A3 lever je met je PO in. Netjes werken dus!
timer
15:00
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag!
Ga naar it's learning en open de planner.
Omcirkel de opdrachten die je moet maken en ga aan de slag.
Vragen? Gewoon stellen!
Slide 8 - Tekstslide
Blok 4 De stad van de toekomst les 2
Herhaling van les 1
Uitleg energie & Afval
Zelfstandig werken
Samen werken
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Energie
Energie in de stad komt grotendeels uit fossiele energiebronnen (gas, olie, steenkool). Nadeel het raakt op en het slecht voor het milieu (co2 uitstoot -> versterkt broeikaseffect)
We gaan steeds meer duurzame energiebronnen gebruiken om bijvoorbeeld het huis te verwarmen of te koken.
Slide 12 - Tekstslide
Duurzame energie Nederland
In NL wordt duurzame energie opgewekt uit wind, zon, aard- en bodemwarmte.
Slide 13 - Tekstslide
Zonne energie
Met zonne-energie wekken we elektriciteit op en verwarmen we water.
Zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit.
Voor en Nadelen
Voor en nadelen
+Duurzaam en schoon
-Hoge kosten
-afhankelijk van de zon.
Slide 14 - Tekstslide
Windenergie
Windenergie wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit.
Voor en Nadelen
+Duurzaam en shoon
+ Nederland heeft veel wind
+kosten vergelijkbaar met fossiele energie
- horizonvervuiling
- betrouwbaarheid
Slide 15 - Tekstslide
schooltv.nl
Slide 16 - Link
Aardwarmte
Voor en Nadelen
+ Duurzaam en schoon
- Heel erg duur in Nederland
Slide 17 - Tekstslide
Restwarmte
Je kunt de restwarmte van bedrijven/ fabrieken/tuinbouw als warm water naar huizen pompen.
De afstand met de huizen moet dan niet te groot zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Aan de slag!
Ga naar it's learning en open de planner.
Omcirkel de opdrachten die je moet maken.
Ga vervolgens aan de slag!
Vragen? Stel ze (in de les of online via teams)
Slide 20 - Tekstslide
Blok 4 De stad van de toekomst les 3
Uitleg minder afval, minder luchtvervuiling
Zelfstandig werken
Slide 21 - Tekstslide
Minder afval
Er ontstaat veel afval in de steden. Je kunt afval storten, verbranden, maar ook recyclen.
Vroeger werd veel afval gestort (nadeel het kost ruimte en vervuild grondwater), nu wordt het meeste afval hergebruikt. Belangrijk is hierbij wel dat het afval gesorteerd wordt.
Plastic is lastig te recyclen, omdat er veel verschillende soorten plastic zijn. Plastic vergaat niet in de natuur, daarom maken overheden steeds meer regels om het gebruik van plastic te beperken.
Recyclen is de basis voor de kringloopeconomie. In zo'n economie maakt de fabrikant met zo weinig mogelijk grondstoffen een product.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Minder luchtvervuiling (stikstof)
Naast koolstofdioxide komt er ook stikstof vrij bij het verbranden van fossiele brandstoffen (stikstof komt ook veel vrij in de landbouw)
Stikstof zorgt voor verzuring van het milieu (zure regen). Schadelijk voor insecten, vogels en planten. Nadelig voor de voedselproductie, mensen met luchtwegklachten kunnen ook last van krijgen.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Minder luchtvervuiling (fijnstof)
Fijnstof zijn hele kleine, zwevende deeltjes stof en roet (smog).
Fijnstof ontstaat voornamelijk in het verkeer en de industrie. In stedelijke gebieden is het percentage hoog.
Fijnstof is schadelijk voor mensen die lucht inademen.
Steden proberen daarom het verkeer terug te dringen. Soms stellen ze Milieuzones in. Hier mogen alleen vervoersmiddelen met weinig schadelijke uitlaatgassen rijden. Ook het planten van groen kan helpen. Bomen filteren de lucht.
Slide 28 - Tekstslide
Chinese steden zuchten onder luchtvervuiling. Door de coronacrisis nam de concentratie fijnstof en NO2 in China fors af. beeld iStock
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Welk gas komt het meest voor in de aardse atmosfeer?
A
stikstof
B
zuurstof
C
waterstof
D
Koolstofdioxide
Slide 31 - Quizvraag
Veel boeren protesteerden dit jaar tegen de stikstofmaatregelen. Welke uitspraak is NIET WAAR?
A
78% van de atmosfeer bestaat uit stikstof
B
Stikstof is een kleur- en geurloos gas
C
Fabrieken stoten de meeste stikstof uit
D
Stikstof in het Latijn is nitrogenium
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een zure regen
A
regenwater dat zuur is geworden door kooldioxide
B
Regenwater dat zuur is geworden door stikstof en zwavel oxide gassen
C
Regenwater wat zuur is geworden door aardgas
D
Zure regen bestaat niet
Slide 33 - Quizvraag
wat is GEEN gevolg van zure regen?
A
afbrokkelen van gebouwen
B
klimaatverandering
C
vissterfte in oppervlaktewater
D
bomen gaan dood
Slide 34 - Quizvraag
Ook boven Nederland werd de lucht aanzienlijk schoner. Welke twee schadelijke stoffen werden tijdelijk tijdens de coronaperiode minder uitgestoten?
A
koolmonoxide en ammoniak
B
koolstofdioxide en stikstofdioxide
C
ozon en stikstof
D
ammoniak en stikstofdioxide
Slide 35 - Quizvraag
Vul de zin aan: Fijnstof is een verzamelnaam voor allerlei deeltjes die in de lucht zweven zoals; ...
A
Zand, stenen en water
B
Roetdeeltjes, zand en water
C
Aardolie, aardgas en steenkool
D
Roetdeeltjes, uitlaatgassen en zand
Slide 36 - Quizvraag
Uit welke bestandsdelen bestaat smog vooral?
A
Zuurstof, fijnstof
B
Ozon en fijnstof
C
uit sterrenstof en Co2
D
zuurstof en zwaveldioxide.
Slide 37 - Quizvraag
Wat is geen reden voor de matige kwaliteit van de woonomgeving in Nederland