5BECO H32 Regels voor de activa en passiva 2

Havo H32 Regels voor de activa en de passiva - deel 2

32.4 Eigen vermogen
32.5 Voorzieningen
32.6 Langlopende en kortlopende schulden  

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo H32 Regels voor de activa en de passiva - deel 2

32.4 Eigen vermogen
32.5 Voorzieningen
32.6 Langlopende en kortlopende schulden  

Slide 1 - Tekstslide

32.4 Eigen vermogen
Je kunt de onderdelen van het eigen vermogen noemen

Opgaven 32.10 t/m 32.12

Slide 2 - Tekstslide

Eigen vermogen - aandelenkapitaal

Slide 3 - Tekstslide

Eigen vermogen
Agioreserve
Herwaarderingsreserve
Wettelijke en statutaire reserves
Overige reserves

Slide 4 - Tekstslide

Uit welke 3 onderdelen bestaat het aandelenkapitaal (bij een bv/nv)?

Slide 5 - Open vraag

Plaatsing 
aandelen

Slide 6 - Tekstslide

Een aandeel heeft een nominale waarde van € 10. De aandelen zijn door middel van 2 emissies (emissiekoers van €20) geplaatst. In 2010 en 2015. Dit leverde in 2010 € 4.000 extra eigen vermogen op.

Hoeveel bedroeg de toename v/d agioreserve in 2010?


Slide 7 - Open vraag

Vraag 1 antwoord

Slide 8 - Tekstslide

Herwaarderingsreserve
Als een vaste activa een hogere waarde heeft dan de balanswaarde, dan ontstaat er een herwaarderingsreserve.

Als een vaste activa in waarde daalt, dan boeken we dat af op de herwaarderingsreserve; deze reserve kan niet kleiner worden dan 0. Een eventuele grotere waardedaling boeken we af op het winstsaldo

De herwaarderingsreserve is een wettelijke reserve en mag nooit aan de eigenaren worden uitgekeerd.

Slide 9 - Tekstslide

32.2 OZON heeft een warehouse ter waarde van € 350.000. Na taxatie blijkt de waarde € 400.000. Met hoeveel neemt de herwaarderingsreserve toe? (al besproken)

Slide 10 - Open vraag

Met welk bedrag staat de
herwaarderingsreserve per
1-1-2021 op de balans?

Slide 11 - Open vraag

Herwaarderingsreserve
Waarde per 1-1-2021 indien er 
niet wordt herwaardeerd:
afschrijving: 428K-8K / 6 = 70K
totaal 3 keer afgeschreven, dus:
428K - (70K x 3jr) = 218K

Waarde per 1-1-2021 actuele waarde: afschrijving 514K - 10K / 6 = 84K
Dus: 514K - (84K x 3) = 262K
Verschil: 262K - 218K = 44K

Slide 12 - Tekstslide

Wettelijke en statutaire reserve
Statutaire reserve vloeit voort uit de statuten van de onderneming. (bijvoorbeeld dat een deel van de winst gereserveerd moet worden)

Wettelijk reserve vloeit voort uit wettelijke bepalingen oftewel de wet (herwaarderingsreserve, reservering koersverschillen etc)

--> allebei niet uitgekeerd worden

Slide 13 - Tekstslide

Overige reserves
algemene of winstreserve
    niet uitkeren van de winst voor:
    * doel (zoals investering)
    * vergroten weerstandsvermogen

dividendreserve
    niet uitkeren van alle dividend
    om te zorgen voor dividendstabilisatie

Slide 14 - Tekstslide

Onverdeelde winst
bij externe verslaggeving gaat het altijd om de nettowinst verminderd met de vennootschapsbelasting

 de onverdeelde winst wordt uitgekeerd in de vorm van dividend, tantièmes of blijft als reserve in de onderneming.

Slide 15 - Tekstslide

32.4 Eigen vermogen
Je kunt de onderdelen van het eigen vermogen noemen

Opgaven 32.10 t/m 32.12

Slide 16 - Tekstslide

32.5 Voorzieningen
Je kunt de diverse voorzieningen noemen

Opgaven 32.13 t/m 32.15

Slide 17 - Tekstslide

Voorzieningen
Voorziening = langlopende schuld

Een voorziening is een toekomstige “zekere” uitgave waarvan de omvang onbekend is (maar wel in te schatten) en waarvan ook het moment van betaling onbekend is

Een voorziening wordt gevormd om gelijkmatige kostenspreiding te realiseren



Slide 18 - Tekstslide

Soorten voorzieningen
  • Garantievoorziening (vaak een % van de omzet) 
  • Voorziening groot onderhoud ( bijv. een % van de aanschafwaarde gebouw)
  • Pensioenvoorziening  >> pensioen in eigen beheer = vrijwel altijd aparte stichting en niet binnen de onderneming geregeld



Slide 19 - Tekstslide

Voorziening groot onderhoud
Vergelijkbaar met nog te betalen kosten

Maandelijkse boeking



Tot betaling van factuur groot onderhoud.....
                                                              W&
V
Onderhoudskosten                € 2.000 
                                     Bal
ans
EV                             - € 2.000
Voorziening           + € 2.000

Slide 20 - Tekstslide

Voorziening groot onderhoud
Vergelijkbaar met ntb kosten, alleen betreft het LVV

Maandelijkse boeking



Tot betaling van factuur groot onderhoud.....
                                                              W&
V
Onderhoudskosten                € 2.000 
                                     Bal
ans
EV                             - € 2.000
Voorziening           + € 2.000

Slide 21 - Tekstslide

Voorziening groot onderhoud
 Betaling van de factuur ad € 150.000




Stel de factuur blijkt uiteindelijk € 300.000, wat gebeurt er dan met de voorziening
                                                              W&
V
                                     Bal
ans
Bank                - €150.000
Voorziening            - € 150.000
( 240.000 - 150.000)

Slide 22 - Tekstslide

Stel de factuur groot onderhoud is meer dan de opgebouwde voorziening, dan...
A
komt er een negatief bedrag te staan bij de post voorziening
B
wordt de volledig voorziening afgeboekt tot € 0

Slide 23 - Quizvraag

Voorziening groot onderhoud
 Stel factuur is niet € 150.000, maar € 300.000

dan....



Tot betaling van factuur groot onderhoud.....
                                                              W&
V
Onderhoudskosten        € 60.000
                                     Bal
ans
Bank                - €300.000
Eigen vermogen  - €   60.000
Voorziening           - € 240.000
( 240.000 - 240.000)

Slide 24 - Tekstslide

32.14 Themapark controleert 1x in de 2,5 jaar alle attracties. Wanneer nodig wordt er groot onderhoud gepleegd. De laatste controle was op 1-7-2018. De voorziening groot onderhoud staat op 1-7-2018 voor € 18.000 op de balans. Per kwartaal wordt er een bedrag toegevoegd. Elk jaar brengt het park € 60.000 voor kosten groot onderhoud ten laste van de winst.

A. Wat wordt er per kwartaal toegevoegd aan de voorziening?

Slide 25 - Open vraag

32.14 Themapark controleert 1x in de 2,5 jaar alle attracties. Wanneer nodig wordt er groot onderhoud gepleegd. De laatste controle was op 1-7-2018. De voorziening groot onderhoud staat op 1-7-2018 voor € 18.000 op de balans. Per kwartaal wordt er een bedrag toegevoegd. Elk jaar brengt het park € 60.000 voor kosten groot onderhoud ten laste van de winst.

B. Bereken de voorziening op de balans per 1-1-2021

Slide 26 - Open vraag

32.14 Themapark controleert 1x in de 2,5 jaar alle attracties. Wanneer nodig wordt er groot onderhoud gepleegd. De laatste controle was op 1-7-2018. De voorziening groot onderhoud staat op 1-7-2018 voor € 18.000 op de balans. Per kwartaal wordt er een bedrag toegevoegd. Elk jaar brengt het park € 60.000 voor kosten groot onderhoud ten laste van de winst.
In het voorjaar 2021 worden er € 45.000 aan reparatiekosten betaald.
C. Welke balansposten veranderen hier

Slide 27 - Open vraag

32.5 Voorzieningen
Je kunt de diverse voorzieningen noemen

Opgaven 32.13 t/m 32.15

Slide 28 - Tekstslide

32.6 Langlopende en kortlopende schulden

Je kunt de onderdelen van vreemd vermogen op lange en korte termijn noemen

Opgaven 32.16 t/m 32.18

Slide 29 - Tekstslide

Langlopende en kortlopende schulden 

Deel dat we dit jaar gaan aflossen is
KORT vreemd vermogen.

De rest van de lening is LANG vreemd vermogen.

Slide 30 - Tekstslide

Langlopende schulden - deel 1
1. Hypothecaire lening (zie h18): lening met een onroerend goed als onderpand
 
2. Obligatielening (zie h18): een lening die onderverdeeld is in kleine stukjes, dus een lening van 1 miljoen is verdeeld in 1000 obligaties van 1.000 euro.

3. Onderhandse lening (zie h18): lening waarbij de geldgever en geldnemer 
 afspraken kunnen maken over de voorwaarden

Slide 31 - Tekstslide

Langlopende schulden - deel 2
4. Converteerbare obligatielening: obligaties kunnen tegen van te voren vastgestelde voorwaarden worden omgewisseld in aandelen; anders krijgt met het geleende geld terug. Op die manier trekt het bedrijf toch permanent vermogen (eigen vermogen) aan, via een omweg.

5. Schulden aan groepsmaatschappij: schulden aan een ander bedrijf uit de groep

6. Schulden vanwege pensioen: verplichtingen aan pensioen-gerechtigden of een extern pensioenfonds afspraken kunnen maken over de voorwaarden

Slide 32 - Tekstslide

Kortlopende schulden: alles wat geen EV en geen lang VV is, zoals:
  • verplichtingen binnen een jaar van langlopende schulden
  • crediteuren
  • vooruitontvangen bedragen; nog te betalen bedragen
  • belastingschuld en sociale premies schuld
  • schulden aan banken (in rekening courant)

Slide 33 - Tekstslide

32.6 Langlopende en kortlopende schulden

Je kunt de onderdelen van vreemd vermogen op lange en korte termijn noemen

Opgaven 32.16 t/m 32.18

Slide 34 - Tekstslide

Herhaling 32.4 t/m 32.6

Slide 35 - Tekstslide

De Pensioen-voorziening van een bedrijf hoort bij:
A
Vlottende activa
B
Liquide middelen
C
Eigen Vermogen
D
Vreemd vermogen

Slide 36 - Quizvraag

Vooruitontvangen huur hoort bij:
A
Vlottende activa
B
Lang vreemd vermogen
C
Kort vreemd vermogen
D
Eigen vermogen

Slide 37 - Quizvraag

De dividendreserve hoort bij:
A
Eigen Vermogen
B
Vaste activa
C
Vlottende activa
D
Kort vreemd vermogen

Slide 38 - Quizvraag

Een converteerbare obligatie is:
A
Een obligatie met hoge rente
B
Een obligatie met stemrecht
C
Een obligatie die omwisselbaar is in aandelen
D
Een obligatie die halverwege de looptijd afgelost kan worden.

Slide 39 - Quizvraag

"Te betalen belastingen" hoort bij:
A
Eigen vermogen
B
Vlottende activa
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 40 - Quizvraag

Aan het werk.....
Maken 32.9 t/m 32.18

Slide 41 - Tekstslide

Reserves
  • Agioreserve --> net besproken
  • Herwaarderingsreserve
  • Wettelijke en statutaire reserve
  • Overige reserve (algemene/ winstreserve en dividendreserve)

Slide 42 - Tekstslide