Regels voor de passiva (H.41 vwo)

Hoofdstuk 41 (vwo) Regels voor de passiva
41.1 Eigen Vermogen
41.2 Voorzieningen
41.3 Langlopende en 
kortlopende schulden
Balans -->
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 41 (vwo) Regels voor de passiva
41.1 Eigen Vermogen
41.2 Voorzieningen
41.3 Langlopende en 
kortlopende schulden
Balans -->

Slide 1 - Tekstslide

41.1 Eigen vermogen

Slide 2 - Tekstslide

Plaatsing aandelen

Slide 3 - Tekstslide

Reserves
  • Agioreserve
  • Herwaarderingsreserve
  • Algemene reserve (winstreserve)
  • Dividendreserve



Slide 4 - Tekstslide

Reserves   vervolg...
Herwaarderingsreserve = wettelijke reserve: mag niet uitgekeerd worden aan aandeelhouders 

Boekwaarde nieuw - Boekwaarde oud
verandering herwaarderingsreserve

(zie voorbeelden blz. 228-230 theorieboek 2)


Slide 5 - Tekstslide

Statutaire reserves = reserve waarvan de onderneming zichzelf heeft opgelegd dat deze niet uitkeerbaar zijn (dat staat in de STATUTEN). 

Ook onderdeel van het Eigen Vermogen:
Nettowinst 
"winstsaldo" of "onverdeelde winst" of "resultaat na belasting"

  • dat is winst die nog niet verdeeld is in bijvoorbeeld te betalen dividend of vennootschapsbelasting (VPB)
  • De vennootschapsbelasting (VPB) is in NL 19%-25%

Slide 6 - Tekstslide

41.2 Voorzieningen:
Voorziening voor verplichtingen waarvan de onderneming weet dat deze gaan komen, maar niet wanneer. De hoogte kan redelijk ingeschat worden. 

Doel:  
kosten van verplichtingen spreiden over meerdere jaren 
VOORZIENING = LANG VREEMD VERMOGEN !!

Slide 7 - Tekstslide

Voorzieningen
Garantievoorziening (vaak % omzet) 
Voorziening groot onderhoud ( bijv. % aanschafwaarde gebouw)

Pensioenvoorziening  >> pensioen in eigen beheer = vrijwel altijd aparte stichting en niet binnen de onderneming geregeld



Slide 8 - Tekstslide

Ga nu maken:
Opgave 41.7

Slide 9 - Tekstslide

41.3 
Langlopende en kortlopende schulden 

Deel dat we dit jaar gaan aflossen is KORT vreemd vermogen.
De rest van de lening is LANG vreemd vermogen.

Slide 10 - Tekstslide

Converteerbare obligatielening
Obligatielening waarbij de obligatiehouder de obligaties kan omwisselen in aandelen. Als je niet omwisselt krijgt men gewoon de waarde van de obligatie weer terug a.h. einde van de looptijd.
Op die manier trekt het bedrijf toch permanent vermogen aan via een omweg.




Slide 11 - Tekstslide

Kortlopende schulden:
  • verplichtingen binnen een jaar van langlopende   schulden
  • crediteuren
  • vooruitontvangen bedragen
  • belastingschuld en sociale premies schuld
  • schulden aan banken in rekening courant

Slide 12 - Tekstslide