Herwaarderingsreserve = wettelijke reserve: mag niet uitgekeerd worden aan aandeelhouders
Boekwaarde nieuw - Boekwaarde oud =
verandering herwaarderingsreserve
(zie voorbeelden blz. 228-230 theorieboek 2)
Slide 5 - Tekstslide
Statutaire reserves = reserve waarvan de onderneming zichzelf heeft opgelegd dat deze niet uitkeerbaar zijn (dat staat in de STATUTEN).
Ook onderdeel van het Eigen Vermogen:
Nettowinst
"winstsaldo" of "onverdeelde winst" of "resultaat na belasting"
dat is winst die nog niet verdeeld is in bijvoorbeeld te betalen dividend of vennootschapsbelasting (VPB)
De vennootschapsbelasting (VPB) is in NL 19%-25%
Slide 6 - Tekstslide
41.2 Voorzieningen:
Voorziening voor verplichtingen waarvan de onderneming weet dat deze gaan komen, maar niet wanneer. De hoogte kan redelijk ingeschat worden.
Doel:
kosten van verplichtingen spreiden over meerdere jaren
VOORZIENING = LANG VREEMD VERMOGEN !!
Slide 7 - Tekstslide
Voorzieningen
Garantievoorziening (vaak % omzet)
Voorziening groot onderhoud ( bijv. % aanschafwaarde gebouw)
Pensioenvoorziening >> pensioen in eigen beheer = vrijwel altijd aparte stichting en niet binnen de onderneming geregeld
Slide 8 - Tekstslide
Ga nu maken:
Opgave 41.7
Slide 9 - Tekstslide
41.3
Langlopende en kortlopende schulden
Deel dat we dit jaar gaan aflossen is KORT vreemd vermogen.
De rest van de lening is LANG vreemd vermogen.
Slide 10 - Tekstslide
Converteerbare obligatielening
Obligatielening waarbij de obligatiehouder de obligaties kanomwisselen in aandelen. Als je niet omwisselt krijgt men gewoon de waarde van de obligatie weer terug a.h. einde van de looptijd.
Op die manier trekt het bedrijf toch permanent vermogen aan via een omweg.
Slide 11 - Tekstslide
Kortlopende schulden:
verplichtingen binnen een jaar van langlopende schulden