211123_2E_pv en ondw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Pak je boek en ga rustig voor jezelf lezen.

 Welkom

 Doel van deze les

 Wat gaan we doen

 Uitleg en oefenen: klassikaal

 Aan het werk: zelfstandig

 Afsluiting

Wat is je favoriete...

Aan het werk: wat gaan we doen?

- Persoonsvorm en onderwerp: wat weet je nog?

- Uitleg/herhalen.

- Zelfstandig opdrachten maken.

Aan het eind van de les ken en herken je de persoonsvorm en het onderwerp in een zin.

Wat weet je nog?

Mijn broer woont in Groningen.

-wat is de persoonsvorm? 

-wat/wie is het onderwerp?

woont

Mijn broer

De persoonsvorm

Het is altijd een werkwoord!

Hoe vind je de persoonsvorm? 

1: maak de zin vragend -> de persoonsvorm komt vooraan in de zin.

2: zet de zin in een andere tijd -> 

vt > tt

tt > vt

Vind de persoonsvorm...

1. Dries en Justin voetballen iedere dag op het pleintje.

2. Zij koopt iedere zaterdag bloemen op de markt.

3. Ikram ging op 3 oktober naar de kermis.

4. Doortje leest graag spannende boeken.

5. Mikail ging op de fiets naar school.

- maak de zin vragend

- zet de zin in een andere tijd

Het onderwerp

Mounir leest een stripboek.

Stel de vraag: wie + persoonsvorm.

Wie leest? Antwoord: Mounir.

Vind het onderwerp...

1. Yuna en Ciska voetballen iedere dag op het pleintje.

2. Zij koopt iedere zaterdag bloemen op de markt.

3. Tanika ging op 3 oktober naar de kermis.

4. Milana leest graag spannende boeken.

5. Scarlett ging op de fiets naar school.

Vraag: wie/wat + persoonsvorm.

Wat ga je doen?

Opdrachten maken in het online klassenboek.

Tijd

Tijd: 15 minuten.

Overleg?

Alleen zachtjes met degene naast je.

Vragen?

Hand opsteken. Ik kom naar je toe.

Klaar?

Lezen in je boek.

Nog even herhalen

Ikram ging op 3 oktober naar de kermis. 

Doortje leest graag spannende boeken.

Scarlett ging op de fiets naar school.