Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling grammatica 1V
Herhaling grammatica 1V
Vandaag:
- Herhalen lesstof voor toets 11 feb
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
10 slides
, met
interactieve quiz
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling grammatica 1V
Vandaag:
- Herhalen lesstof voor toets 11 feb
Slide 1 - Tekstslide
Alle onderdelen op een rijtje!
Welke vind je lastig? Noteer in volgende sheet.
Zinsdelen
:
- Onderwerp
- Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
Woordsoorten
:
-Zelfstandig naamwoord
- Lidwoord (onbepaald / bepaald)
- Bijvoeglijk naamwoord
- persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
- Voorzetsel
- Bijwoord
Slide 2 - Tekstslide
Wat vinden jullie het moeilijkst uit dit hoofdstuk?
Slide 3 - Woordweb
Zinsdelen / woordsoorten
Verdeel de zin altijd eerst in zinsdelen.
Een zinsdeel bestaat uit één of meerdere woorden.
De woorden uit de zinsdelen kunnen niet zonder elkaar of in andere volgorde, hou ze dus bij elkaar!
Zinsdeel = een deel uit de zin met één of meerdere woorden
Woordsoort = (meestal) één woord uit een zin
Zinsdelen en woordsoorten overlappen elkaar.
Slide 4 - Tekstslide
Persoonsvorm
- Zet de zin in een andere tijd (tijdsproef)
- Zet de zin in een ander getal (getalsproef)
- Maak een vragende zin.
Slide 5 - Tekstslide
Onderwerp
Hoe vind je het onderwerp?
1. Getalsproef (verandert mee met persoonsvorm)
2. Wie of wat + persoonsvorm?
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
Slide 7 - Tekstslide
Lijdend voorwerp
1. Zoek de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
2. Noteer het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde
3. Stel de vraag:
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Twijfel?: lv is vaak een zn of pers.vnw
Een lijdend voorwerp
overkomt
iets of
ondergaat
iets.
Slide 8 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Begint vaak met voor of aan -> er is vaak een '
ontvanger
' in de zin.
Er is altijd een
lijdend voorwerp
in een zin met een meewerkend voorwerp.
Aan wie / voor wie + lv + ow + wg
Angelique geeft een cadeau aan haar vader.
Een MV
ontvangt
iets
Slide 9 - Tekstslide
Vanaf hier: quizvragen (uit oefentoets op schijf?)
Slide 10 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
7-06 Meewerkend voorwerp
April 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
§9 Meewerkend voorwerp
Juni 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Eerste mentorles
Augustus 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Les 2 Grammatica hoofdstuk 2 3g
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Ontleden - meewerkend voorwerp
Januari 2021
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
zindelen en woordsoorten
April 2022
- Les met
28 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7