1.3 tm 1.6
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zet op volgorde van groot naar klein:
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme
Celkern
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allelen
Slide 8 - Sleepvraag
Een bevruchte eicel van een mens bevat 23 chromosomen
A
Nee, deze bevat 23 chromosomenparen
B
Ja, dit is een geslachtscel
C
Nee, deze bevat de helft van de chromosomen
Slide 9 - Quizvraag
Elke cel bevat geslachtschromosomen
A
Nee, alleen geslachtscellen
B
Ja, alle lichaamscellen bevatten alle erfelijke informatie
C
Nee, alleen zaadcellen en eicellen
D
Ja, elke cel kan een geslachtscel worden
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde bij de mitose?
A
spiraliseren- kopiëren- kerndeling- celdeling
B
celdeling- spiraliseren- kerndeling- kopiëren
C
kopiëren- spiraliseren- kerndeling- celdeling
D
kopiëren- kerndeling- spiraliseren- celdeling
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen
