Par. 2.1 Macro- en microniveau (VWO 3)

Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen



VWO 3
18-11-2024
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen



VWO 3
18-11-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Introductie H2
- Macro- en microniveau
- Fasen en deeltjesmodel
- Maken opdr. §2.1
- Inzien PW H1 + H5

Na deze les:
- Kun je uitleggen wat het verschil is tussen micro- en macroniveau.
- Kun je uitleggen hoe moleculen zich gedragen in verschillende fasen.

Slide 2 - Tekstslide

Moleculen

Slide 3 - Woordweb

Verschillende soorten modellen..

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
- Macro- en microniveau
- Het periodiek systeem
- Formuletaal
- Atoombouw

PTO H2 + H3 (weging 2)

Slide 5 - Tekstslide

Moleculen
- Veel moleculen => een stof.
- Zuivere stof of mengsel?

Slide 6 - Tekstslide

Macro- en microniveau
- Macroniveau = alles wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
- Microniveau = de omgeving die je niet direct kunt waarnemen, het bestuderen van de kleinste deeltjes waaruit een stof bestaat (moleculen).

Slide 7 - Tekstslide

Macro- of microniveau: Spiritus heeft een blauwe kleur.
A
Macroniveau
B
Microniveau

Slide 8 - Quizvraag

Macro- of microniveau: Een watermolecuul bestaat uit twee H-atomen en een O-atoom.
A
Macroniveau
B
Microniveau

Slide 9 - Quizvraag

Macro- of microniveau: Je voegt suiker toe aan je thee, de suiker lijkt te verdwijnen.
A
Macroniveau
B
Microniveau

Slide 10 - Quizvraag

Moleculen (micro)
- (Bijna) alle stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.
- Als de moleculen veranderen, verandert de soort stof.
- De eigenschappen van een stof zijn anders dan van één molecuul.

Slide 11 - Tekstslide

Modellen/simulaties
- Eenvoudige weergave van de werkelijkheid.
- Helpen om macrowereld te verklaren.
- Vb. deeltjesmodel

Slide 12 - Tekstslide

Zuivere stof of mengsel?

Slide 13 - Open vraag

Fasen en modellen
Fase = toestand waarin een stof zich bevindt.
3 fasen:
- gasvormig
- vloeibaar
- vast

Slide 14 - Tekstslide

Combineer de juiste fase met de modellen
vast
vloeibaar
gas

Slide 15 - Sleepvraag

Stel, we smelten kaarsvet. Welke omschrijving past het beste bij deze faseovergang?
A
De deeltjes veranderen van soort.
B
Het kaarsvet rondom de deeltjes smelt.
C
De deeltjes bewegen uit elkaar, ze raken elkaar niet meer.
D
De deeltjes gaan harder bewegen, maar blijven bij elkaar.

Slide 16 - Quizvraag