1kbb donderdag 18 maart (ONLINE) en vrijdag 19 maart

Donderdag
18 maart 2021
Welkom!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Donderdag
18 maart 2021
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: 

  • Doel van de les
  • Huiswerk bespreken, grammatica 3.4 en 3.5 + oefenblad
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting les

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Na deze les:

Weet je wat een werkwoordelijk gezegde is




Slide 3 - Tekstslide

Vorige keer, even herhalen
Wat is een werkwoord ook alweer?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoord
1. Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen. fietsen, lopen, spelen, kruipen, klappen, slapen…
Bijvoorbeeld: Ik fiets naar school. Wij spelen met de blokken.
2. Er gebeurt iets. sneeuwen, hagelen, waaien, regenen…
Bijvoorbeeld: Het sneeuwt buiten. Het waait erg hard
3. Iemand is iets. zijn, worden, lijken, blijven…
Bijvoorbeeld: Mark is bakker. Roos wordt juffrouw.
4. Werkwoorden kunnen veranderen in de zin.
Ze geven aan in welke tijd (tegenwoordige of verleden tijd) de zin staat.
TT: Ik loop naar school. VT: Ik liep naar school.



Slide 5 - Tekstslide

Het werkwoordelijk gezegde
Stappenplan:
1. Wat is de persoonsvorm in de zin?
2. Staan er nog meer werkwoorden in de zin?
3. Al die werkwoorden samen = het werkwoordelijk gezegde!


Soms is er alleen een persoonsvorm, en geen andere werkwoorden. Dan is de persoonsvorm tegelijk het werkwoordelijk gezegde.

Dus:
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit 1 of meer werkwoorden: de persoonsvorm + soms het voltooid deelwoord + soms het hele werkwoord
Wat is een voltooid deelwoord ook alweer?


Slide 6 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/details/a323c78e-766e-47c4-811f-b8f1b7fc9cf7

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Paragraaf 3.4 (grammatica) opdrachten 11 en 12
Paragraaf 3.5 (grammatica) opdrachten 13a en 13b

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat
Opdracht 14 (paragraaf 3.5, werkwoordelijk gezegde)
Hoe
Zelfstandig
Hulp nodig?
Vraag de docent
Hoe lang
15 minuten
Klaar?
Lezen theorie zelfstandig naamwoord (woordsoortbenoeming)

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiten
* Hoe vinden we de persoonsvorm?
* Hoe noemen we alle werkwoorden samen?
* Volgende les: zelfstandig naamwoord
* Huiswerk:

            
            Paragraaf 3.5 opdracht 14

Slide 10 - Tekstslide

Vrijdag
19 maart 2021
Welkom!

Slide 11 - Tekstslide

Vandaag: 

  • Doel van de les
  • Huiswerk bespreken
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting les

Slide 12 - Tekstslide

Terugblik
Wat is een werkwoord ook alweer?
En een werkwoordelijk gezegde?

Slide 13 - Tekstslide

https://www.dedagvandaag.nl/agenda/groep678

Welke werkwoorden zie je? Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Verbeteren opdrachten bij paragraaf 3.4 (grammatica)  
12a, 12 b en 12c

Samen maken: 3.5: 13a en 13b

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat
Opdracht 14.1, 14.2a en 14.2b (paragraaf 3.5, werkwoordelijk gezegde)
Hoe
Zelfstandig
Hulp nodig?
Vraag de docent
Hoe lang
15 minuten
Klaar?
Ga dan alvast de theorie over zelfstandig naamwoord lezen bij paragraaf 3.6

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiten
* Hoe vinden we de persoonsvorm?
* Hoe noemen we alle werkwoorden samen?
* Wat is een zelfstandig naamwoord?
* Huiswerk:

            Opdrachten grammatica 3.4 en 3.5 helemaal af. Verbeter ook je fouten.

Slide 17 - Tekstslide

Volgende keer:

Slide 18 - Tekstslide

Nieuwe paragraaf
Paragraaf 3.6, woordsoortbenoeming: het zelfstandig naamwoord

Wie weet nog wat dat is? Hoe weet je of het een zelfstandig naamwoord is?

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen
Wat is het zelfstandig naamwoord in de volgende zinnen?

Slide 20 - Tekstslide

Ik heb een tas

Slide 21 - Open vraag

Ik ga op de fiets naar Amsterdam

Slide 22 - Open vraag

Wie is de nieuwe leraar?
A
Wie
B
is
C
nieuwe
D
leraar

Slide 23 - Quizvraag

Ik hou erg van boeken
A
Ik
B
hou
C
van
D
boeken

Slide 24 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Wat
Opdracht 15 (paragraaf 3.6, zelfstandig naamwoord)
Hoe
Zelfstandig
Hulp nodig?
Vraag de docent
Hoe lang
15 minuten
Klaar?
Begin maken met opdracht 16 a, b en c

Slide 25 - Tekstslide