Hoofdletters en kleine letters
Ik loop naar school. Begin van een zin.
Thomas en Koen slapen in Amsterdam. Namen van mensen,
Dat is mevrouw Dawson. plaatsen, landen,
Ik woon in Purmerend. bedrijven, winkels
Ik ben geboren in Marokko.
Mijn oma doet boodschappen bij de Vomar
Let op! Dagen en maanden schrijf je met een kleine letter!