3.9 Spelling les 1

3.9 Spelling les 1
Klascode

trofi

H3: Gelijk heb je
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.9 Spelling les 1
Klascode

trofi

H3: Gelijk heb je

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je leert het voltooid deelwoord spellen.
- Je leert het tegenwoordig deelwoord spellen.

Klascode trofi

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woord van de week

Welbespraakt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start les. 
Nieuw boek:


Een D-boek (Young adult) óf een volwassen boek. 

In combinatie met de andere boeken:
  • Één vertaling
  • Één novelle


timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Opdrachten H3.7: 7,8,10
+ leesboek mee







timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een Zweedse school betoogt/betoogd dat het onderscheid het onderscheid tussen gedrag wordt beïnvloed.
A
betoogt
B
betoogd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Docenten zijn ervan overtuigt / overtuigd dat ze elk kind dezelfde aandacht geven.
A
overtuigt
B
overtuigd

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Docenten zijn verbaast / verbaasd dat ze meisjes langer en vaker troosten dan jongens.
A
verbaast
B
verbaasd

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Daarom heeft school het beleid verandert / veranderd
A
verandert
B
veranderd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ze behandelt / behandeld elk kind voortaan exact hetzelfde.
A
behandelt
B
behandeld

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Men beweert / beweerd dat op deze manier de taalachterstand van jongens en de onzekerheid van meisjes vermindert / verminderd
A
beweert / vermindert
B
beweert / verminderd
C
beweerd / vermindert
D
beweerd / verminderd

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje methodesite
We kijken het filmpje van de methode

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje methodesite
We kijken het filmpje van de methode

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

persoonsvorm of voltooid deelwoord?
De persoonsvorm:
-  hoort bij het onderwerp;
- kan veranderen van getal en tijd.

In de tegenwoordige tijd drie schrijfwijzen:
ik-vorm;
ik-vorm + t;
hele werkwoord.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De top van de VN ...... de noodklok over dreigende waterschaarste.
A
luid
B
luidt
C
luiden

Slide 16 - Quizvraag

De zin staat in de tegenwoordige tijd. Het onderwerp (de top van de VN) is enkelvoud, derde persoon. 
Dus ik-vorm + t, 'luidt'
De campagne ... (culmineren) in een epische protestmars in de stad.
timer
0:45

Slide 17 - Open vraag

De zin staat in de tegenwoordige tijd. Het onderwerp, de campagne, staat in de derde persoon enkelvoud. Dus ik-vorm + t, 'culmineert'. 
Culmineren betekent 'het toppunt bereiken'. 
persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Spelling voltooid deelwoord van zwak werkwoord:

1. Maak een bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord:
- Het schip is gestrand. -> het gestrande schip
- De stad is gebombardeerd. -> de gebombardeerde stad

Je hoort hoe je het moet schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

persoonsvorm of voltooid deelwoord?
2. Als je twijfelt, gebruik je (de medeklinkers van)
't Kofschip

Hij heeft zich eruit gebluft/geblufd?
Hele werkwoord: bluffen, dan -en, dus bluffen
De laatste letter is nu een f. Deze zit in 't kofschip, dus +t: gebluft

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor het onderzoek werd een nieuw type glasvezelkabel ... .
A
geontwerpt
B
ontwerpt
C
ontworpen
D
ontgewerpt

Slide 20 - Quizvraag

Ontwerpen is een sterk werkwoord. 
Ik ontwerp - ik ontwierp

Als voltooid deelwoord schrijf je op wat je hoort. 
De film is niet zomaar uit de Verenigde Staten ... .
A
overgewaait
B
overgewaaid
C
overgewaaien

Slide 21 - Quizvraag

Ontwerpen is een sterk werkwoord. 
Ik ontwerp - ik ontwierp

Als voltooid deelwoord schrijf je op wat je hoort. 
Belangrijk!
Bepaal eerst welke werkwoordsvorm het is. Dan pas kun je het op de juiste manier spellen!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is niet vreemd dat de bankenwereld zich voor kritiek van economische experts heeft ... (behoeden)
-> Welke werkwoordsvorm moet je invullen?
A
persoonsvorm tt
B
persoonsvorm vt
C
voltooid deelwoord

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de wereld het beleid op het gebied van watergebruik niet ... (veranderen), bestaat de kans dat er al in 2030 een flink watertekort op aarde is.

-> Welke werkwoordsvorm moet je invullen?
A
persoonsvorm tt
B
persoonsvorm vt
C
voltooid deelwoord

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De robot begint te melken en ...... (berekenen) de verwachte opbrengst van de koe.

-> Welke werkwoordsvorm moet je invullen?
A
persoonsvorm tt
B
persoonsvorm vt
C
voltooid deelwoord

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rappers hebben zich nu met elkaars muziek ... (bemoeien).

-> Welke werkwoordsvorm moet je invullen?
A
persoonsvorm tt
B
persoonsvorm vt
C
voltooid deelwoord

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naast een voltooid deelwoord leren jullie nu ook het tegenwoordig deelwoord.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenwoordig betekent: nu, het is nog bezig, nog geen verleden/voltooide tijd.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelovend dat het gaat regenen, pakt hij zijn paraplu.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
Bewonderend kijk ik hem aan.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Opdrachten H3.9: 1,2 en 4
+ leesboek mee







timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je leert het voltooid deelwoord spellen.
- Je leert het tegenwoordig deelwoord spellen.
Klascode trofi

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies